Categorieën

Service

De kindern van de FFL-buurt wacht prachtige avonturen

De kindern van de FFL-buurt wacht prachtige avonturen
Wonen

De kindern van de FFL-buurt wacht prachtige avonturen

  • Han van der Horst
  • 23-10-2022
  • Wonen
De kindern van de FFL-buurt wacht prachtige avonturen

De Burgemeester Knappertlaan was de hoofdverkeersader naar het Westland; foto: gemeentearchief


SCHIEDAM - Mijn wiegje stond op Liduinastraat 100b helemaal bovenin, net niet onder de pannen want er was nog een vliering. Wij woonden dus in Het Westen. Nu is dat niet langer het geval. Het heet er tegenwoordig FFL, wat een afkorting is van Fabribuurt, Frankelandbuurt en Liduinabuurt. Geen idee wie dat allemaal verzonnen heeft, maar de oorsprong zal wel liggen op het Stadskantoor en heel gemeen denk ik er dan bij dat de betrokken ambtenaren na vijven allemaal naar het station hollen om onze gemeente zo snel mogelijk te verlaten nu hun vrije tijd is aangebroken.

Maar dat is vooroordeel. Dat neem ik terug.

Op onze geliefde nieuwssite lees ik dat FFL geheel opnieuw wordt ingericht, zie hier. Het wordt een enorme toestand met hartstikke veel overlast voor iedereen, want de riolering gaat er uit en er komt nieuwe bestrating. Ook worden de lichtmasten vervangen. Lichtmasten? De wijk waar ik geboren ben, is toch geen voetbalveld. Ze zullen wel lantaarnpalen bedoelen. 

En dan komen er ook nog vier ondergrondse waterbergingen vanwege de klimaatproblematiek.

Mensen maak je borst maar nat. Ik weet precies wat er gaat gebeuren. Ik heb het als kleuter allemaal meegemaakt. En ik vond het geweldig.

Heel onze buurt werd verlicht door gaslantaarns. De kousjes gaven een warm geel licht. Een schoorsteentje bovenin voerde de hitte af. 

Ze werden aangestoken door middel van een waakvlammetje dat bij zonsondergang naar boven kwam. Dit geschiedde door middel van een klokje dat elke week moest worden opgewonden. Daarvoor kwam er een man langs met een ladder. Nu begrijpt U ook waarom zoveel van die oude gastlantaarns bovenin twee  fraai vormgegeven armen hebben. Zij boden steun aan de ladder. Direct onder het armatuur was het klokje. De man van de ladder klom naar boven, wond het klokje op en zette het mechanisme op de tijd dat de zon onderging en waarschijnlijk ook wanneer hij weer opkwam, want dan moest het waakvlammetje naar beneden. Ik wist het zeker: als ik groot was, werd ik ook lantaarnopwinder.

De Burgemeester Knappertlaan was de hoofdverkeersader naar het Westland, want van de ring rond Rotterdam was nog geen sprake op een heel klein stukje snelweg bij IJsselmonde na. Niemand behalve de planners had er enig idee van dat dit onderdeel uitmaakte van zo’ n ring. 

Voor groot verkeer was deze deftige avenue met zijn beboomde middenberm niet geschikt. Dat kon zo niet langer.  Anders liep in de toekomst het verkeer vast. In 1954  – ik werd vijf jaar – was het zo ver. De hele BK-laan werd herschapen in een asfaltwoestijn, zodat ruim baan kon worden gemaakt voor het autoverkeer. Het hele Liduinaplein werd maar meteen mee opgebroken en later zou ook voor onze deur de nieuwe tijd toeslaan. Zo ver was het aanvankelijk nog niet. De autobussen van de RET werden omgeleid door de Sint Liduinastraat en ik stond vaak voor het raam om die gevaartes te zien passeren. Er werd halverwege de straat een houten noodhalte geplaatst en ik begreep toen al dat dit passeren van bussen een tijdelijke zaak zou zijn. Daarin kreeg ik gelijk. Toen in onze straat de blauw geglazuurde straatstenen vervangen werden door normaal plaveisel, moesten de bussen over de Westfrankelandsestraat rijden, die nu door de houten noodhaltes werd opgeluisterd. Ik vond dat wel jammer. 

Wij trokken er met onze schepjes op uit om kuilen te graven want – zoals ze later in 1968 zouden zeggen – onder het plaveisel ligt het strand. We staken onze spaden met grote ambitie in de grond. We zouden doorgaan tot het rose zand. Dat was diep. Inderdaad slaagden sommigen van ons erin dit rose zand door noeste arbeid te bereiken, maar meestal kwamen we niet zo ver. We gaven het op en bakten laf zandtaartjes. Ook hebben mijn vriendjes en ik een strook stoep, die was opgebroken om een nieuwe stroomleiding te leggen, weer opgevuld met klinkers. Ik weet nog hoe mijn vader van de zaak kwam op zijn wrakke fiets en zag hoe wij bezig waren het werk van de stratenmakers ongedaan te maken. Hij keek geschrokken en joeg mij de trap op, want het waren gezagsgetrouwe tijden. 

Lantaarnopwinder ben ik niet geworden. Er kwamen gasten langs die de lantaarnpalen helemaal wit schilderden. Ze trokken er een elektrische leiding door en de gaskousen werden vervangen door TL-verlichting. Ach, dacht ik, ik kan altijd nog puttenzuiger worden. 

Kinderen van de FFL-buurt, gefeliciteerd. Jullie gaan prachtige avonturen tegemoet.