Schiedam: onderbouwing besluit Decathlon onvoldoende

SCHIEDAM - De onderbouwing van Gedeputeerde Staten van het kenbaar gemaakte voornemen om voor Decathlon geen uitzondering te maken en de komst van een groot verkooppunt naar Harga niet toe te staan, is 'volstrekt onvoldoende'. Dat stelt de gemeente Schiedam vandaag in een reactie op de opstelling van het provinciebestuur.

"Het voornemen miskent de consequenties van de uitspraak van de Raad van State (uit maart, red.) en gaat ook volledig voorbij aan de gemeentelijke belangen in deze kwestie", zo schrijft het gemeentebestuur in een reactie. Zo'n belang is onder meer 'de vergroting van sportparticipatie en gezondheid die het Decathlon-concept op sportpark Harga kan brengen'.

De gemeente stelt te hopen dat Gedeputeerde Staten 'voor het verstrijken van de door de Raad van State gestelde termijn, alsnog besluiten ontheffing te verlenen'.​

Op 27 maart deed de Raad van State uitspraak in het conflict tussen Schiedam en Zuid-Holland. De provincie moet volgens die uitspraak voor 24 juli opnieuw motiveren waarom zij geen ontheffing wil geven voor de vestiging van Decathlon op Harga. "De lat voor die motivering is door deze uitspraak hoger komen te liggen, nu de Raad van State heeft bepaald dat het Europese recht op vrije vestiging zwaarder moet worden gewogen", aldus de gemeente.