Categorieën

Service

De Dam, dat is goed volk

De Dam, dat is goed volk
Wonen

De Dam, dat is goed volk

  • Han van der Horst
  • 05-11-2017
  • Wonen
De Dam, dat is goed volk

Afgelopen dinsdag kwamen Dambewoners bij elkaar - voor kennismaking ende vermaeck

COLUMN - Ze zeggen dat de mensen tegenwoordig maar een beetje langs elkaar heen leven en allemaal hun eigen gang gaan. Van gemeenschapsgevoel is geen sprake meer. Die stelling is afgelopen week door de bewoners van de Dam in ieder geval behoorlijk gelogenstraft. Zij hielden in wijnbodega Wijning een gezellige bijeenkomst met hapjes, drankjes en levende muziek om eens goed met elkaar kennis te maken. De meeste bewoners van de Dam kwamen inderdaad langs. Sommigen namen hun kinderen mee.

Het initiatief kwam van Piet Jongepier, tot voor een paar jaar eigenaar van de fameuze winkel voor verf en aanverwante benodigdheden Van Loenen. Piet heeft de winkel aan enthousiaste jongeren overgedaan, maar hij woont nog steeds boven de zaak op het hoekje van de Vlaardingerstraat. Er waren, zo had hij geconstateerd, de laatste jaren weer nieuwe mensen op de Dam komen wonen, meest jonge paren en het werd tijd dat zij uit hun schulp kropen en Wijning in. Het werd een heel gezellige en geanimeerde avond. Het was duidelijk: een goede buur is beter dan een verre vriend.

Ook werd duidelijk hoe de Dam is veranderd. Er zijn natuurlijk vaste punten zoals de Beurs, Van Loenen en de Oud-Katholieke kerk, maar andere echte landmarks zoals slager Van de Water op de hoek van de Breedstraat of banketbakkerij Scheffers zijn al lang verdwenen. Ik weet nog dat de Dam een doorgaande weg was waar bus 40 naar Kethel overheen reed. Voor voetgangers waren er aan beide kanten van de straat smalle stoepjes aangelegd en het kon behoorlijk druk zijn op de Dam, want het was een echte winkelstraat. De meeste middenstanders woonden boven de zaak maar op de begane grond was elk raam een etalage, behalve ongeveer halverwege waar min of meer tegenover elkaar stonden de Oud-Katholieke kerk en een paar prachtige pakhuizen van de firma Kappelhof en Hoving waar kruiden lagen opgeslagen. Daardoor hing er op straat een specifieke niet onaangename geur. Deze pakhuizen brandden in de jaren zeventig af en zijn toen vervangen door nogal lelijke nieuwbouw.

De winkels op de Dam waren over het algemeen een slag kleiner dan op de Hoogstraat. Toch waren er bijzondere zaken onder, zoals de speelgoedwinkel van Elshof of de fietsenzaak van Hoppstein. Helemaal aan het eind tegenover de Beurs was de versleten sigarenwinkel van Kramers & De Groot. Weinigen wisten dat dit bedrijf uit de achttiende eeuw stamde, toen het begon als koffiehuis. Aan de andere kant van de Beursbrug bevond zich de ijzerwinkel van Post & Co die ook uit de achttiende eeuw stamde.

Ter hoogte van de Prinsensteeg bevond zich het kantoortje van de Nieuwe Schiedamsche Courant, een kopblad van de katholieke Maasbode. In de etalage hingen volledige krantenpagina’s, zodat je die door de ruit kon lezen. Ook waren er op een soort prikbord foto’s geplakt die ooit in de krant gestaan hadden. En dan was er natuurlijk Bali, die toen nog oogde als een tweedehands boekhandel, want stoute lectuur mocht je toen niet openlijk uitstallen.

Ik had wel belangstelling voor zulke tweedehands winkeltjes want die verkochten vaak oude Donald Ducks, Kuifjes en Robbedoezen voor vijf cent per stuk. Maar ik mocht van mijn vader daar nooit over de drempel komen, net als bij de IJshoek op de Hoogstraat bij de Taansteeg. En in begreep niet waarom, maar de dreiging was zo ongewoon dat ik het nooit geprobeerd heb. Tot voor een jaar of wat zat in het pand van de IJshoek café Het Stappertje.

Terug naar de Dam. De meeste winkeltjes van weleer zijn verdwenen, maar inmiddels kent Schiedams oudste straat weer een reeks viefe en soms kwikzilverige ondernemers. De nieuwe bewoners hebben de Dam opnieuw met leven gevuld.

Het is net als vroeger een genoegen om er door heen te lopen, want al die bewoners bij elkaar zorgen toch voor een bijzondere sfeer. De Dam, dat is goed volk.