Volkskrantprijs gaat tussen vijf beeldend kunstenaars - te zien in Schiedam

AMSTERDAM – Isabelle Andriessen, Sharelly Emanuelson, Özgür Kar, Wouter Paijmans en Philip Vermeulen zijn genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2020. Hun werk is vanaf 1 februari te zien in het Stedelijk Museum Schiedam.

De prijs is een samenwerking tussen de Volkskrant, het Stedelijk Museum Schiedam, de Rabobank, stichting Stokroos en het Jaap Harten Fonds.

Vijf kenners uit de Nederlandse kunstwereld hebben de genomineerden voorgedragen: getalenteerde kunstenaars tot en met 35 jaar. De prijs kent al een bijzonder rijtje winnaars, zoals Floris Kaayk, Funda Gül Özcan en Guido van der Werve.

De vijf genomineerden:

Isabelle Andriessen (33) is voorgedragen door kunstkenners Ko van ‘t Hek en Yuki Kho van het platform Kunst Kijken met Ko & Kho. Andriessen studeerde aan kunstacademies in Chicago, Malmö en Amsterdam en maakt furore met maffe druipende sculpturen die tot leven lijken te komen. Over hun keuze stellen Van ‘t Hek en Kho: “Wij vinden het te gek hoe – in een tijd waarin alles maakbaar lijkt – Isabelle Andriessen de grenzen van het leven nét nog wat verder oprekt. Met haar zwetende, kristalliserende en druipende sculpturen onderzoekt zij het schemergebied tussen levend en niet levend.”

Sharelly Emanuelson (33) is voorgedragen door curator en schrijver Vincent van Velsen. Volgens hem is Emanuelson in haar video-installaties in staat ‘de schoonheid en complexiteit van het leven op de Caraïbische eilanden te visualiseren’. Emanuelsen gegroeide op op Aruba en Curaçao, studeerde aan de kunstacademie in Den Haag en is momenteel gastlector aan de Universiteit van Curaçao. Haar multimediale werk draagt volgens Van Velsen bij aan de kennis over ‘onze doorgaande relatie met de overzeese gebieden.’ Ook prijst Van Velsen de waardevolle aanjaagfunctie die ze vervult met haar kunstplatform Uni Arte, waarmee ze kunstenaars uit het Caraïbisch gebied ondersteunt.

Özgür Kar (27) is voorgedragen door Rein Wolfs, de directeur van Stedelijk Museum Amsterdam. Kar maakt grote installaties waarin eenvoudige getekende figuren klem lijken te zitten in een beeldscherm. Wolfs ziet hoe Özgür Kar zijn ‘filmische animaties’, die gemaakt lijken voor de bescheiden afmetingen van een smartphone weet te vergroten tot ‘beklemmende installaties op grote schermen’. “Privé wordt publiek, klein wordt groot en intiem wordt existentieel, terwijl het beeld voortdurend binnen de dwingende grenzen van het beeldscherm gevangen blijft.” Kar studeert op dit moment aan de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam.

Wouter Paijmans (28) is genomineerd door het fotografenduo Maurice Scheltens en Liesbeth Abbenes. Zij zijn geraakt door Paijmans’ bijna obsessieve gedrevenheid, waarmee hij bijvoorbeeld gewatteerde kleurige jasjes rangschikt tot sculpturen en ‘confectieschilderijen’ ( zoals hij ze zelf noemt) maakt van textiel. De kunstenaar volgde zijn kunstopleiding aan de Gerrit Rietveld Academie en de Ateliers in Amsterdam en won in 2018 de Buning Brongers Prijs. De herhaling in zijn kunst ‘maakt het werk opvallend en roept vragen op over originaliteit versus reproductie’. Het maakt volgens de voordragers ‘nieuwsgierig naar meer’.

Philip Vermeulen (33) ten slotte is voorgedragen door Suzanne Swarts, directeur van Museum Voorlinden. Volgens haar gaat het bij de bewegende installaties van Vermeulen niet zozeer om kijken, maar nog meer over voelen. De kunstenaar studeerde aan de richting ArtScience van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. “Vermeulen maakt meeslepende performatieve installaties waarin hij met geluid, licht en beweging alle zintuigen prikkelt. In ieder werk laat hij opnieuw met groot gemak wetenschap, technologie, beeldende kunst en theater versmelten tot onvergetelijke sensaties.” Een van zijn spectaculaire installaties werd onlangs aangekocht door Rijksmuseum Twenthe in Enschede.

Begin maart 2020 wordt de winnaar bekendgemaakt van de prijs, die bestaat uit een bedrag van tienduizend euro (beschikbaar gesteld door de Rabobank) en een boekpublicatie (gesteund door het Jaap Harten Fonds) eveneens ter waarde van tienduizend euro. Er is ook een publieksprijs, die kan worden toegekend door bezoekers van de tentoonstelling in Stedelijk Museum Schiedam.