Nieuwjaar: tijd voor actie

COLUMN - Nou, het is weer achter de rug. Nieuwjaarsdag heeft altijd iets wezenloos. Op straat hoor je nu en dan nog een enkele knal van overgebleven vuurwerk, ook nu het afsteken daarvan in Schiedam buiten de wet werd gesteld. Niks is open. De mensen lopen een beetje wezenloos op straat. Goede voornemens tonen hun gevolgen door het opduiken van ontwenningsverschijnselen die zich niet laten negeren. De eerste wanhopigen vragen zich af: kun je bij de benzinepomp nog sigaretten krijgen of hebben ze dat ook al verboden?

De meeste mensen gaan morgen weer aan het werk. Je moet je dan een weg banen door een zee van uitgestoken handen en collega´s die 'de beste wensen' prevelen. Heel gek is dat. Op oud en nieuw zelf zeggen we altijd 'Gelukkig Nieuwjaar' tegen elkaar, maar daarna wordt het 'de beste wensen'. Op de zaak is er misschien nog een gezamenlijke koffie met een woordje van de baas, maar daarna wordt alles weer normaal. 

Dat is toch ook een opluchting.

Behalve voor Schiedam. Hier kunnen we niet zomaar terugkeren naar de normaliteit. Ons wacht een gebeurtenis in de nabije toekomst die bijzondere aandacht verdient. We hebben daar in dit decennium laconiek over gedaan, afgeleid als we waren door de Corona-perikelen, maar nu valt de zaak niet meer te negeren.

Het 750-jarig bestaan van Schiedam. Het jubileumjaar neemt over twee maal 365 dagen zijn aanvang. 

"Het is kort dag, mijnheer de voorzitter", zegt de zeurkous die je op elke vergadering aantreft. Dat klopt. Er ligt geen plan. Er bestaat geen comité waarnaar gemeente, bedrijven en maatschappelijke organisaties hun beste krachten hebben afgevaardigd. Er bestaat geen plek waar je ideeën kwijt kunt. 

Er zijn twee mogelijkheden: of Schiedam schittert als een heel bijzonder plekje in de Rijnmond en Zuid-Holland, of we manifesteren ons als een sukkelstadje waar niets echt van de grond komt. Een tussenweg bestaat niet.

Momenteel lijken de Schiedammers zich kandidaat te hebben gesteld voor de Nobelprijs op elkaar wachten.

Dat moet snel afgelopen zijn. Anders staan we met zijn 80.000-en voor paal.