Categorieën

Service

Medema: 'Schie weer centraal stellen in beleving stad'

Medema: 'Schie weer centraal stellen in beleving stad'
Uit

Medema: 'Schie weer centraal stellen in beleving stad'

  • Redactie
  • 02-04-2023
  • Uit
Medema: 'Schie weer centraal stellen in beleving stad'

SCHIEDAM - De Schie heeft zijn verbinding met het achterland goeddeels verloren. De rivier maakt een beetje een verloren indruk. Daar moet toch iets aan te doen zijn?

Dat stelde Geert Medema afgelopen week tijdens het Schie Café in de Korenbeurs. Hij hield een lezing over de betekenis van de trekvaart voor Schiedam. De ‘strategisch coördinator binnenstad en erfgoed’ van de gemeente Schiedam deed dat tegen een achtergrond van het panorama van de stad in 1850, met een groot aantal molens ‘als poortwachters’. “Jammer dat we de stad niet meer van deze kant op die manier kunnen beleven”, stelde Medema voor een publiek vol liefhebbers van architectuur en stedenbouw. 

Sinds die tijden is er enorm veel veranderd. Op het panorama valt de eerste brug over de Schie te zien als je Schiedam nadert. Vandaag de dag is er een ‘enorme barrage aan bruggen en viaducten’ die het zicht op de rivier een beetje ontnemen, en ook het zicht vanaf de rivier naar het ommeland. Wat Medema betreft komt daar verandering in.

Halverwege de negentiende eeuw verkeerde de stad in een transitie, zo vertelde Medema. “Links op het beeld zie je het station van Schiedam.” Dat was een fundamentele vernieuwing, want het spoor ging in de decennia daarop het water vervangen als belangrijkste vervoersmiddel. “Tot die tijd was het ondenkbaar dat er veel bruggen werden gerealiseerd, want dat waren obstakels.” 

Jan de Vries, een Amerikaans onderzoeker met uiteraard Nederlandse roots, stelde ooit ‘een prachtige publicatie’ samen, een onderzoek naar trekvaarten. “En hun invloed op de economie in de Nederlanden.” Heel precies: hoeveel vaarten waren er, hoeveel transporten, hoeveel vrachten?“De trekvaarten zorgden voor de Gouden Eeuw; dat is bewezen en onderbouwd”, aldus Medema.

Vandaag de dag wordt er weer werk gemaakt van de trekvaarten. Sinds een jaar of tien is Medema zelf ook betrokken bij een provinciaal project dat licht wil werpen op de trekvaart als verbindende lijn tussen alle Hollandse steden.

Die lijnen waren er eigenlijk ‘altijd’ al. “De trekvaart was een voldongen feit, al heel lang. In de zeventiende eeuw begonnen de steden initiatief te nemen, om vaarten beter te gaan beheren en beheersen.” Zij kwamen tot een betrouwbare dienstregeling. “En die publiceerde ze ook. Dat maakte dat iemand in Schiedam om acht uur ’s ochtends naar het veer kon gaan, om twaalf uur in Den Haag kon zijn voor zijn afspraak en dan om vier uur terug kon reizen.” Heel belangrijk, voor de economie en ook voor het sociale leven in het land. 

Uiteraard speelde ook politiek een rol, en de naijver tussen de verschillende Hollandse steden. Gouda beheerde de ‘gekostumeerde vaart’, wat zo veel betekende als dat schippers verplicht werden langs de stad te komen. Dus toen Leiden ambitie toonde, mocht de sluis daar niet te groot worden, om dat monopolie niet om zeep te helpen. “En door de smalle sluis in Leiden, kregen de trekschuiten zo’n smal profiel.”

De rol van Schiedam in de trekvaart was relatief beperkt. “De trekvaart in de Schie liep tot Overschie, de rest was in handen van Delft”, aldus Medema. “Die stad was ook voor het hele deel verantwoordelijk voor beheer, onderhoud en de inning van tol. Schiedam had maar een klein stukje te beheren. Schiedam deed eigenlijk niet zo hard mee in de strijd tussen Gouda en Leiden, Haarlem, Amsterdam en Delft.”

Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw verandert dat. Het Schiedamse stadsbestuur gaat zich nadrukkelijker met de trekvaart en de infrastructuur bemoeien. Oorzaak was de ontbolstering van de jeneverindustrie, die voor meer handel en commercie in en vanuit de stad zorgt. “De jenever moet vervoerd naar het achterland. Het wordt ook steeds belangrijker om handelscontacten in het achterland te onderhouden.” Zodoende worden regelmatige verbindingen met de andere Hollandse steden van essentieel belang voor Schiedam. “Maar de opbloei zorgt er ook voor dat er steeds meer luxe goederen naar de stad komen. Er is meer behoefte aan duidelijk gereguleerd transport van en naar de belangrijkste Hollandse bestemmingen.” Het vertrekpunt bij de Overschiesepoort, bij het Proveniershuis, groeit in belang, vooral voor het goederenvervoer. “Personentransport was niet zozeer aan de orde”, aldus Medema. In de regel boden trekschuiten altijd een combinatie van personen- en goederenvervoer.

“Wat je ziet is dat de stad ontzettend druk bezig is met infrastructuur.” Rond 1770 is Rutger van Bol’Es daar ook een drijvende kracht in. De sluis in de Dam blijkt te klein en wordt vervangen door de ‘enorme beurssluis’. Het aantal bruggen langs de Lange Haven blijft hierdoor ook beperkt. 

Later blijkt dat de Schie aan het verzanden is. “Stel je voor dat onze gedeputeerden hun stadsjacht niet meer kunnen gebruiken om in Den Haag te komen”, zo staat er ergens opgetekend. Ingrijpen is nodig. En zo gebeurt.

In die tijd ontstaan ook de ‘prachtige buitens’, zoals De Tempel, dicht bij het punt waar de Poldervaart in de Schie uitkomt. Ook Nieuw Rhodenrijs ontstaat zo. “Het worden belangrijke buitenplaatsen langs het water, die vanuit de stad goed bereikbaar zijn met de schuit.”

In 1803 wordt De Tempel eigendom van Johannes Nolet. Het is een landhuis dat ooit was van Johan van Oldenbarnevelt, toen een soort volksheld. “Dat is een soort stokpaardje van me. Ik wil zo graag dat we er iets mee doen. Achterhalen hoe de wooncultuur was, hoe het leven er daar aan toeging, hoe de representatie daar functioneerde.” Nadat Van Oldenbarnevelt werd geëxecuteerd, werd het landhuis de familie ontnomen. 

Het in onbruik raken van de buitens weerspiegelt ook de afnemende rol van de Schie. Die uiteindelijk leidde tot die verloren indruk van het begin van dit stuk. Dat kan anders, aldus Medema. De stad is zich aan het neerzetten als 'stad aan de Schie'. "We gaan het water centraal stellen en bijvoorbeeld de Lange Haven als goud van de stad zien." Het zou volgens de strategisch coördinator zo moeten zijn dat de rivier echt onderdeel wordt van de stedelijke beleving. "Dat betekent niet dat we jaagpaden gaan herstructureren. Maar het moet te doen zijn dat het water weer wordt ontsloten. Binnen het project Schiedistrict is dat bijvoorbeeld een ambitie. Dat kades weer toegankelijk worden; het zijn hele kwalitatieve plekken. Dat de rivier niet verstopt blijft achter bedrijven, zoals bij het ONS-pand. Aan de achterkant daarvan heb je een prachtig zicht op de Schie. Dat is iets waar stedebouwkundigen naar kijken."