Coöperatiemuseum heeft baat bij opheffen werkgeversvereniging

SCHIEDAM – Liesbeth Schoel stond even raar te kijken, toen Hans Stapel, manager coöperatiezaken voor haar neus stond. Niet omdat hij er stond, want dat gebeurt regelmatig. De manager van de Coop komt als het zo effe kan langs in het Coöperatiemuseum waar Schoel voorzitter van is. Meestal heeft hij dan een tas bij zich met allerhande parafernalia uit de historie van het kruidenierswarenconcern; die worden bij hem op kantoor in een speciale kast achtergelaten door medewerkers van Coop, die vanuit hun achterban of winkels oude lucifersdoosjes, koekblikken of tijdschriften uit de historie van de coöperatieve winkelketen krijgen toegestopt. Niet alleen van de Coop-formule, maar ook van voorlopers als ‘de DES uit Schiedam’.

Dit keer had de tas nog iets in zich dat de typering parafernalia niet verdient: een cheque. Schoel kreeg deze officieel overhandigd – het gebeurde al in november – voor het museum. Vijfduizend euro.

Het was het saldo dat nog stond op de rekening van de Nederlandse Vereniging van Coöperatieve Werkgevers. Ooit een florerende vereniging, met bedrijven als Agrimarkt en  Edah als lid, maar nu nog slechts met één naam op de ledenlijst: Coop Supermarkten. Dat rechtvaardigt het in stand houden van een vereniging niet. Het bestuur van de werkgeversvereniging besloot dat na opheffing de tegoeden naar een partij moesten waarmee men een band had, en dat werd dus het Nationaal Coöperatie Museum Schiedam.

Waarna het balletje bij Schoel cs lag: waar kon dit bedrag voor bestemd worden? Het werd een duurzaamheidsslag van het museum, dat 37 jaar geleden trok in het pand op de hoek Lange Haven / Appelmarkt, dat de afgelopen jaren behoorlijk heeft aangepast, maar eigenlijk nog wel kan bezuinigen op de energierekening. Wat het precies wordt – isolatie of zonnepanelen of toch iets anders? – daarover zal het museumbestuur zich nog uitspreken.