Categorieën

Service

Huis te Poort en Atelier Tameris; samenwerken aan 'schatten'

Huis te Poort en Atelier Tameris; samenwerken aan 'schatten'
Uit

Huis te Poort en Atelier Tameris; samenwerken aan 'schatten'

  • Redactie
  • 09-06-2023
  • Uit
Huis te Poort en Atelier Tameris; samenwerken aan 'schatten'

Kunstenares en pastoor in 't Huis te Poort voor het gerestaureerde antependium


SCHIEDAM - Het werd een vruchtbare afspraak, tussen twee buren. De Oud-Katholieke Kerk op de Dam, en Atelier Tameris, ook van de straat waar Schiedam zijn naam aan te danken heeft, vonden elkaar, tot veel genoegen.

Wat er uit volgde is dit: de kerk beschikt sinds enige tijd over een weer zo goed als nieuw ‘antependium’ en Monique Tameris exposeert vanaf aanstaande vrijdag in de kerk haar werk.

Een antependium is de voorkant van een altaar. In de Johannes de Doperkerk was die er slecht aan toe. “De stof was verteerd, de gaten zaten erin”, vertelt pastoor Leen Wijker. Wat wil je ook, met een doek van meer dan honderd jaar oud, dat intensief wordt gebruikt. Een antependium wordt met regelmaat aangepast aan de liturgische kleuren van dat moment: wit, maar ook rood, paars en groen.

Wijker was in contact gekomen met buurvrouw Tameris, die vanuit haar atelier recht op de kerk kijkt. Zij had zich bekwaamd in het goudborduren en was eens komen buurten om te kijken hoe dat werd gebruikt in kerkelijke gewaden. Zo raakten de twee in gesprek. En alsof het zo moest zijn kwamen ze tot een afspraak: Monique kon exposeren in de kerk, in ruil voor haar inzet bij de restauratie van het antependium. 

Dat was zo’n beetje een half jaar geleden. “Ik vond het een eer om hieraan te werken”, zegt Tameris. “Ik vond het interessant om me erin te verdiepen.”

Het doek is door Monique Tameris van het houten frame gehaald. Het bestond uit verschillende lagen. De bovenste stof verving zij en zette ze met de hand weer vast. Ze koos ervoor op de klassieke manier te werk te gaan. “Ik wilde respecteren hoe het toen in elkaar werd gezet.” 

Alles bij elkaar kostte het een dag of drie, vier werk. “Een mooie besparing”, zegt Wijker, want een antependium is niet iets wat je even in de winkel koopt. “En het is zo weer een mooi geheel. Een allegaartje leidt af.” 

De samenwerking is ook mooi omdat die past als een handschoen: ’t Huis te Poort wil graag zijn deuren opzetten naar de buurt en stad en ziet zich als een plek voor wie ‘vermoeid is en belast’, ook al om te genieten van de kunst in de kerk aanwezig. “Denk aan het stoeltje dat hier buiten aan de gevel is geplaatst”, aldus Wijker. 

Wat is er dan mooier dan ruimte bieden aan een kunstenares - of is ze toch meer ambachtsvrouw? - die houdt van de tijdloze schoonheid die kerken vaak bieden. En ook van hergebruik en het koesteren van de wereld en de samenleving en wat die voortbrengt. “Ik wil het vakmanschap waarmee dit materiaal gemaakt is, graag doorgeven. Ik wil niet dat het verdwijnt.”

Het gesponnen bladgoud is heel fragiel, heel dun, opgewonden als een spiraaltje. Als je het iets te veel uittrekt, krijg je het niet meer in vorm. Tameris raakte van het materiaal onder de indruk door een boek over een tentoonstelling in het Catharijneconvent over borduurkunst. Zij volgde specifieke opleidingen: haar  ‘meester kleermakersdiploma’ haalde ze op de technische school van mode en kleding en later, nog niet zo lang geleden, rondde ze de Willem de Kooning-academie af. “Door de draad door bijenwas te halen krijg je die zo glad dat hij niet blijft haken als je het goud borduurt.”

Tameris heeft een sport gemaakt van het zoeken en vinden van het materiaal, tussen verzamelingen van oude fournituren. “Het is ook mooi om de oude verwerkingstechnieken van fournituren weer te laten zien”, aldus Tameris. 

En zo dit ambacht in leven te houden. Want het gouddraadwerk gaat al terug tot de Middeleeuwen. “Dat waren tijden zonder verlichting, of misschien wat kaarsen, ook in de kerken. Als je gouddraad gebruikte, lichtte de zaken op, schitterden die, als een soort hemelse liturgie.” Gouddraad was zo een symbool voor de eer die de mensen wilden bewijzen aan God.

Groot was dan ook de vreugde bij Monique Tameris toen ze ‘via-via’ stuitte op een partij gouddraad, als een soort schat, verborgen op een zolder van een klooster. Dat legde de basis voor haar werk met het materiaal.

Zo ook het werk dat zij dit weekend in de kerk laat zien. “Het zijn zeven werken die eilanden verbeelden.” Volledig gemaakt van oude fournituren: band en tasselband en passementen. En natuurlijk gouddraad, geborduurd op Italiaanse dupionzijde. “Ze verbeelden ook de schatten uit de natuur. Mijn inspiratie is de flora en fauna.” Het gouddraad keert in de werken terug, bijvoorbeeld in de verbeelding van de ‘spiegelgoude’ meren of het mycelium-netwerk onder lavagesteente’. “Ik vind het bijzonder om op die manier weer te geven hoe belangrijk de natuur voor ons is. Als een soort schatten die ik heb gevonden.” Het zijn werken van zestig bij negentig centimeter. Zeven, ‘want zeven staat ergens voor’: “Zeven dagen in de week, zeven chakra’s, ons zomerhuisje op nummer 7, vijf broden en twee vissen.”

Het werk van Monique Tameris is vrijdag, zaterdag en zondag tussen een en vijf te zien in ’t Huis te Poort op de Dam. Leen Wijker zal zaterdag het openingswoord voeren. Daarin zal zeker iets te pas komen als dat de kunst van Tameris verbonden is met de natuur en dat ook religie gaat over verbinden. “Verbinding maken met het zichtbare en onzichtbare, veel grootser dan wij bevatten.” Religie is volgens Wijker veel breder dan een kerkdienst, heeft te maken met zingeving. “En ook jij Monique probeert iets door te geven aan mensen.”