College: Woonplus niet voorbarig met aanbesteding gasloos maken Groenoord

SCHIEDAM - B&W van Schiedam vindt niet dat Woonplus 'voor zijn beurt praat' door een partij te hebben geselecteerd voor ‘installatietechnische werkzaamheden aan ongeveer tweeduizend woningen en communicatie naar huurders’.

De Ouderenpartij Schiedam sprak van voor de beurt praten in vragen die op 18 april aan het college werden gesteld. Dit naar aanleiding van een artikel in het blad van branchevereniging Aedes over het gasloos maken van Groenoord.

Pascal van Kraaij en Maarten Reuderink stelden namens de Ouderenpartij dat als de gemeenteraad nog geen besluit heeft genomen over de warmtetransitie, met name in Groenoord, het dan kan dat al een partij wordt geselecteerd?

Het college ziet geen problemen, blijkt uit de schriftelijke beantwoording van de vragen. Het herhaalt dat ‘eind dit jaar’ de uitwerking van de plannen voor Groenoord aan de raad zal worden gepresenteerd. “De voorgenomen woningverbeteringen leveren in ieder geval profijt op voor bewoners, los van mogelijke aansluiting op een warmtenet. De woningverbetering is randvoorwaardelijk voor mogelijke aansluiting op een warmtenet, maar het warmtenet is niet randvoorwaardelijk voor de woningverbetering.”

B&W zeggen hiermee zo veel als dat er gerenoveerd moet worden om woningen geschikt te maken om de omslag van gas naar restwarmte uit de industrie te kunnen maken. Maar dat ook als de woningen op gas verwarmd zouden blijven worden, deze renovatie in ieder geval tot energiebesparing zal leiden en dus wenselijk is.

Daarom is het volgens het college niet nodig dat het college stappen neemt richting Woonplus, zoals de Ouderenpartij had gevraagd. Ook wil de fractie dat Woonplus openheid geeft en bewoners actief voorlicht over de keuzevrijheid die zijn hebben. B&W bevestigt dat wettelijk de norm van zeventig procent instemmers onder bewoners geldt om een energietransitie te kunnen maken.

De Ouderenpartij is een gekend tegenstander van de energietransitie. In de vragen spreken Van Kraaij en Reuderink ook over ‘waanzinnige plannen’.