Categorieën

Service

AOV en OPS: wat te rekenen onder 'sociale woningvoorraad'?

AOV en OPS: wat te rekenen onder 'sociale woningvoorraad'?
Politiek

AOV en OPS: wat te rekenen onder 'sociale woningvoorraad'?

  • Redactie
  • 04-05-2023
  • Politiek
AOV en OPS: wat te rekenen onder 'sociale woningvoorraad'?

Foto: archief


SCHIEDAM - De fracties van AOV en OPS in de Schiedamse raad willen van burgemeester en wethouders weten hoe het nu zit met wat wordt genoemd ‘de sociale woningvoorraad’: woningen die door mensen met beperkte financiële vermogens te huren zijn.

De gemeente Schiedam telt in die voorraad namelijk zowel de woningen van Woonplus, als die van particuliere verhuurders mee. Andere instanties, zoals de provincie Zuid-Holland, rekenen alleen woningen in het bezit van corporaties mee als zij het hebben over sociale huurwoningen.

En dat kan nogal een verschil maken, zo stellen de twee partijen. Want in discussies in de raad over sociale huurwoningen, bijvoorbeeld als nieuwbouwplannen worden ontwikkeld, stellen sommigen dat er meer dan genoeg van deze woningen zijn, waar andere fracties erop hameren dat er geen sociale huurwoningen mogen ‘verdwijnen’ (dat kan door sloop, maar ook doordat de huurprijs hoger dan de huurgrens komt te liggen). Sociale huurwoningen kennen immers een begrensde huur en alleen voor deze categorie woningen kunnen bewoners huurtoeslag krijgen. Die huurgrens is momenteel 808 euro.

OPS en AOV vroegen eerder het college hoe de woningvoorraad van Schiedam uitpakt in beide genoemde definities. In die van de gemeente, dus inclusief particuliere huurwoningen, zou 54 procent van alle huizen in de stad ‘sociaal’ zijn. In die van de provincie gaat het om 31 procent, te weten de woningvoorraad van Woonplus.

Maar die percentage kunnen dus in de loop der tijd verschillen. Ook al omdat particuliere verhuurders vaak royaler omgaan met huurverhogingen dan de corporatie. De twee fracties vragen daarom aan B&W: “Bent u het met het ons eens dat het meetellen van het particulier bezit een vertekend beeld geeft, omdat het ook woningen, die nu grotendeels door Oost-Europese arbeidsmigranten worden bewoond en in de praktijk niet of nauwelijks zijn gewenst door andere woningzoekenden, betreft?”

Zou het daarom niet beter zijn als ook de gemeente de definitie van de provincie aanhoudt, zo stellen de twee partijen in hun schriftelijke vragen aan het college. “Bent u het met ons eens dat de definitie van de sociale voorraad, zoals gehanteerd door de provincie Zuid-Holland , een zuiverder beeld geeft van de sociale voorraad, zoals die in de praktijk beschikbaar is voor Schiedamse woningzoekenden?” En daaruit volgend: “Bent u bereid om de adequatere definitie van het begrip sociale voorraad van de Provincie Zuid-Holland alsnog over te nemen?”