Categorieën

Service

Vertrokken wethouder: 'Delft moet hand in eigen boezem steken'

Vertrokken wethouder: 'Delft moet hand in eigen boezem steken'
Nieuws

Vertrokken wethouder: 'Delft moet hand in eigen boezem steken'

  • Redactie
  • 14-02-2019
  • Nieuws
Vertrokken wethouder: 'Delft moet hand in eigen boezem steken'

SCHIEDAM -  "Het zou de gemeente Delft sieren niet te zoeken naar een zondebok, maar de hand in eigen boezem te steken." Dat stelt Catelijne de Groot in een verklaring over de problemen in de schuldhulpverlening in Delft, die haar het wethouderschap in Schiedam kostten.

De Groot concludeert op basis van een onderzoek dat enkele weken geleden door B&W van Delft werd gepresenteerd en op basis van haar eigen ervaring dat 'niet één medewerker, maar de gemeente Delft primair verantwoordelijk is voor de jarenlange wanorde'. De chaos bij 'de Financiële Winkel', zoals het Delftse loket voor mensen in geldproblemen heet, is volgens haar ontstaan door 'een gebrek aan visie, beleid en leiding'. De Groot haalt het ambtelijke rapport aan waarin sprake is van factoren die 'in samenhang en elkaar versterkend een negatieve invloed hebben gehad op de kwaliteit van het afgeleverde werk van de Financiële Winkel'. Het gaat om 'een gebrek aan efficiënte sturing én de inrichting van processen en werkwijze, in een bedrijfscultuur waarin te weinig aandacht was voor uniformiteit en eenduidige uitvoering'.

Zie voor het Delftse onderzoeksrapport dit artikel van Schiedam24.

Catelijne de Groot weerspreekt de kwaliteit van het ambtelijke onderzoek. "Goed onderzoek kenmerkt zich door zorgvuldig invulling te geven aan de beginselen van hoor en wederhoor. Zeker toen de beschuldigende vinger naar mij werd gewezen, was grote zorgvuldigheid op z’n plaats geweest. Het kunnen weerleggen van de veronderstelde beschuldigingen aan mijn adres blijkt namelijk nog een hele toer", aldus de voormalig wethouder. "Zo ben ik onder andere vooraf niet in kennis gesteld van het onderzoek en doel ervan, heb ik geen inzage gehad in dossiers, ben ik niet in de gelegenheid gesteld om zelf mensen aan te wijzen om gehoord te worden. Ook is mijn wederhoor over drie dossiers - die ik niet heb mogen inzien - niet betrokken in het onderzoek. Tot slot is het uitermate onzorgvuldig en pijnlijk dat voortijdig in allerlei publicaties mijn naam al werd ge-
noemd als ‘de medewerker die verantwoordelijk was voor de problemen bij de Financiële Winkel."

Maar wellicht nog het belangrijkste argument van De Groot in haar verweer - door haar advocaat vorige week aangeboden aan de Delftse gemeentedirecteur - is het feit dat haar zaken worden nagedragen waarvoor zij geen verantwoordelijkheid droeg of kon dragen. "Mijn zienswijze is dat ik helemaal niet in de positie was om verantwoordelijk te worden geacht voor de jarenlange problemen bij de Financiële Winkel. Jarenlang ontbrak het aan visie, beleid en sturing is de conclusie van het rapport. Onder die omstandigheden heb ik me als medewerker van de afdeling altijd voor de volle 100 procent ingezet voor de betrokkenen en de werkzaamheden steeds naar eer en geweten uitgevoerd. De gemeente Delft is primair verantwoordelijk voor de jarenlange wanorde."

De Groot wil behalve haar schriftelijke verweer momenteel geen mondelinge toelichting geven.