Schutter van liquidatie Can krijgt twaalf jaar cel

ROTTERDAM - Voor het doodschieten van de 32-jarige Can in de Schiedamse Loeffstraat is Walter T. dinsdag veroordeeld tot twaalf jaar celstraf. Het Openbaar Ministerie had dezelfde straf geëist tegen de 30-jarige schutter, die tot kort voor de liquidatie nog goede vrienden was met het slachtoffer.

De rechters waren ervan overtuigd dat T. het slachtoffer bewust doodschoot op 26 juli vorig jaar. Zijn excuus dat het ging om een ongelukje door een remactie van Can schoven zij aan de kant als ‘ongeloofwaardig’. “Het stevig tegen het hoofd aangedrukt houden van het vuurwapen wijst onmiskenbaar op opzettelijk handelen”, stelden ze in hun vonnis.

Volgens de rechters bleek uit vele Whatsapp- en sms-berichten tussen T. en Can in de weken voorafgaand aan de schietpartij op 26 juli vorig jaar dat er sprake was van een ‘escalerend conflict’. Dat terwijl de twee eerder tijdens een jarenlang verblijf in de bajes nog dikke maatjes van elkaar waren geworden.

Op het einde leek daar maar bar weinig van over. “In die berichten dreigde het slachtoffer met fors geweld als het vuurwapen, dat T. en medeverdachte O. in bewaring hadden, hem niet snel zou worden teruggegeven. Ook blijkt sprake van een conflict over de betaling van een vuurwapen”, aldus de rechtbank.

Doordat T. niet reageerde op die berichten zou Can nog bozer zijn geworden, wat ook resulteerde tot een fikse scheldpartij toen T. en medeverdachte O. op 26 juli bij hem in de auto stapten. Enkele honderden meters verderop stopte Can de wagen en volgde het fatale schot. De ruzie zagen de rechters als vermoedelijk motief voor de liquidatie, die verder niet vooraf zou zijn gepland.

Medeverdachte vrijgesproken

Medeverdachte Makaveli O. (20) werd door de Rotterdamse rechtbank vrijgesproken van betrokkenheid bij de fatale schietpartij. Hij zat naast Can in diens auto, maar had volgens de rechtbank geen weet van wat T. zou doen.

“Er kan niet worden vastgesteld dat O. wist dat T. met het vuurwapen op het slachtoffer zou schieten. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat T. dit voorafgaand aan de ontmoeting met het slachtoffer al van plan was en hierover vervolgens met de verdachte heeft gesproken”, concludeerden de rechters.

Wel legden ze O. dertig maanden celstraf op vanwege verboden wapenbezit. Het pistool waarmee Can door zijn hoofd werd geschoten was immers in bezit geweest bij O. en door hem overhandigd aan T. Het Openbaar Ministerie had hiervoor eerder 400 dagen cel geëist.

T. en O. kunnen binnen twee weken hoger beroep aantekenen tegen het vonnis.