Schutter dodelijke ripdeal Boomgaardstraat blijft in cel

DEN HAAG/SCHIEDAM - De wegens een dodelijke ripdeal in Schiedam tot zes jaar cel veroordeelde Hagenaar Clifferdson Z. (34) heeft vandaag in hoger beroep bij het Haagse gerechtshof vergeefs om voorlopige vrijlating verzocht. Dat verzoek vond plaats omdat het proces - waarvoor twee dagen waren ingeruimd - vandaag van start zou gaan, maar onverwacht werd uitgesteld tot eind dit jaar voor het horen van een getuige. Z., die het dodelijke schot loste, vroeg het hof ook of hij anders met een elektronische enkelband naar huis mocht, maar nee: ook dat mocht niet.

Op 28 december 2019 werd in een woning in de Boomgaardstraat in Schiedam een 26-jarige man uit Rijswijk doodgeschoten door Z.. Het zou om een mislukte ripdeal zijn gegaan met als inzet een kilo heroîne. Z. werd in oktober 2021 samen met medeverdachte Shurendel M. (43) uit Schiedam door de Rotterdamse rechtbank veroordeeld tot zes jaar celstraf, na eisen van vijftien jaar. Zowel de verdachten als het OM gingen in beroep.

De advocaat van Z. vindt het niet uit te leggen dat medeverdachte M. wel met een enkelband mag thuiszitten en dat dit niet mogelijk zou zijn voor zijn cliënt, nu het hoger beroep is uitgesteld. Weliswaar heeft Z. toegegeven dat hij het was die de fatale schoten heeft gelost, maar dat zou uit zelfverdediging zijn geweest. Z. zegt dat slachtoffer als eerste begon te schieten en dat hij daar zelf door in zijn arm is geraakt.

Het hof weigert echter Z., die zijn voorarrest in de Rotterdamse bajes De Schie doorbrengt, voorlopig vrij te laten. De rechters overwegen dat zo’n voorlopige vrijlating doorgaans alleen wordt toegestaan vanwege bijzondere persoonlijke omstandigheden, zoals een sterfgeval in de familie of de zorg voor een jong kind. In het geval van Z. bleken zulke omstandigheden niet, vond het hof. Dat medeverdachte M., die in de gevangenis in Hoogvliet in voorarrest zat, inmiddels wél al thuiszit met een enkelband, is een beslissing geweest van die gevangenis zelf.

Het OM had bij de behandeling in Rotterdam straffen van vijftien jaar geëist tegen drie verdachten, er was ook nog een vrouw bij. Zij kreeg destijds drie jaar cel, een relatief nog lagere straf dus dan de andere twee. Toch tekende het OM in haar geval geen beroep aan. Wel zou zij als getuige moeten worden gehoord in de zaken tegen Z. en M., vonden zowel het OM als de verdediging. Een eerste poging om haar te horen via een videoverbinding met Spanje, waar ze zou verblijven, mislukte.

Het hoger beroep wordt voortgezet op 13 november.