Relatief weinig jonge verdachten in Schiedam

 
SCHIEDAM - In Schiedam zijn vorig jaar zo'n 1170 minderjarige verdachten geregistreerd. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) na verwerking van politiecijfers.

Dat zijn er relatief flink minder dan in Rotterdam en Amsterdam en het ligt ook lager dan het percentage minderjarige verdachten die vorig jaar in Delft, Spijkenisse en Vlaardingen en Maassluis werden aangehouden.

De politie registreerde in Nederland vorig jaar in totaal 262 duizend misdrijven en 165 duizend personen als verdachte van een misdrijf. Ruim één op de tien verdachten was jonger dan achttien jaar. In totaal werden deze jongeren verdacht van het plegen van 31 duizend misdrijven.

Voor het eerst in jaren werden er in 2019 meer minderjarige verdachten geregistreerd: 18 duizend minderjarige verdachten, duizend (6,5 procent) meer dan in 2018. Van de minderjarige verdachten werd zeventig procent voor het eerst als verdachte geregistreerd. In de afgelopen tien jaar is het aantal minderjarige verdachten meer dan gehalveerd, 2019 is het eerste jaar waar weer sprake is van een toename.
 
Van de minderjarig verdachten was het overgrote merendeel (78 procent) jongen. Een kwart van de jongens was jonger dan vijftien jaar. Meisjes zijn vaker dan jongens op jongere leeftijd verdachten van een misdrijf, bijna dertig procent was jonger dan vijftien.

Van de minderjarige verdachten die de politie in 2019 registreerde waren er drie op de tien al eerder aangemerkt als verdachte van een misdrijf. De minderjarigen die vorig jaar voor het eerst met de politie in aanraking kwamen, waren gemiddeld ouder dan minderjarige ‘first offenders’ in de voorgaande tien jaar. Het eerste misdrijf waarvan zij werden verdacht was gemiddeld ook minder zwaar dan in eerdere jaren.

Minderjarigen worden in vergelijking met andere leeftijdsgroepen relatief vaak verdacht van vermogensmisdrijven (diefstal fiets, scooter, snorfiets, winkeldiefstal en straatroof) en openlijk geweld. Bijna zestig procent van de verdachte minderjarigen wordt verdacht van een vermogensmisdrijf en tien procent van openlijke geweldpleging. Bij meerderjarige verdachten is dat respectievelijk 35 en twee procent. 

Met een aandeel van vier procent zijn naar verhouding veel minderjarige verdachten betrokken bij straatroof (bij meerderjarigen is dat een half procent).

Meer dan zes procent van alle minderjarige verdachten is verdachte van een (vuur-)wapendelict tegenover bijna vier procent van de volwassen verdachten.

Van de geregistreerde minderjarige verdachten had 53 procent in 2019 een Nederlandse achtergrond, bij alle leeftijden was dit 47 procent. In 2019 waren minderjarigen met een migratieachtergrond relatief 2,4 maal zo vaak verdachte als minderjarigen met een Nederlandse achtergrond.

Van alle minderjarige verdachten in 2019 woonde twintig procent in één van de vier grote steden. In Schiedam werden 150 minderjarige verdachten op tienduizend inwoners geteld, in Rotterdam waren dat er 244 en in Amsterdam 319. Schiedam hoort in dit verband thuis in een rijtje vergelijkbare steden als Alkmaar (165 verdachten per tienduizend), Arnhem (178) en Almelo (132). Een stad bij een grote stad als Amstelveen komt slecht uit de bus met 237 jonge verdachten.

In de directe omgeving zijn de cijfers: Nissewaard (Spijkenisse) 264; Barendrecht 131; Capelle aan den IJssel 216; Lansingerland 118, Delft 173, Vlaardingen 158 en Maassluis 176.