Categorieën

Service

Nu of nooit voor Stedelijk Museum

Nu of nooit voor Stedelijk Museum
Uit

Nu of nooit voor Stedelijk Museum

  • Redactie
  • 11-12-2015
  • Uit
Nu of nooit voor Stedelijk Museum


SCHIEDAM - “Het is nu of nooit”, zegt Gert-Jan van der Vossen, Transitiemanager van Stedelijk Museum Schiedam. Vandaag presenteert hij een ambitieus herstelplan voor het museum, dat wel moét slagen. Een van de belangrijkste doelen: een verdubbeling van het aantal betalende bezoekers tot 48.000, te realiseren in 2018.

Het herstelplan - het museum is immers in zwaar weer beland door aanhoudende verliezen en ergernis in de politiek en samenleving dat er 'steeds maar geld bij moet' - vormt het kader voor het museum in de komende jaren, aldus Pascal Visée, voorzitter van de raad van toezicht van het museum. “De raad van toezicht staat er achter”, aldus Visée. “Het team gaat zijn schouders er onder zetten, en gisteren betoonden ook B&W zich akkoord.”

De uitgangspunten van het plan werden al eerder goedgekeurd. De afgelopen maanden werkten Van der Vossen en de medewerkers van het museum aan het uitwerken van de details. Daarin schuilt zich in de regel het duiveltje.

Een van die duiveltjes is de personeelsinkrimping die voorzien is. Nu nog werken 28 mensen bij het museum, goed voor 24 voltijdsbanen. “Dat zullen er in 2017 nog 22 zijn”, aldus Van der Vossen. Vier daarvan zullen bovendien 'flexibel' zijn, dus geen dienstbetrekkingen, maar tijdelijke klussen op projectbasis.

Het actieplan kent vijf belangrijke pijlers. Met per component 'twintig, dertig, veertig actiepunten, die soms een halve dag kosten om gerealiseerd te krijgen, soms een investering vergen van maanden'. Voorop staat behouden wat goed is. En dat is de 'unieke positie met Nederlandse kunst na 1945'. “Sterker, die willen we versterken”, aldus de Transitiemanager. “Met name bij de doelgroepen waar we nog niet zo'n vat op hebben.”

Een ander element van het plan vormen de Schiedammers. Plaatsvervangend-directeur Nicole Theeuwes wil 'het museum meer van de stad laten zijn'. “Het museum wil bijdragen aan stadspromotie”, aldus Van der Vossen. “Dat staat nu in onze missie.”

De stadsgeschiedenis steviger neerzetten, binnen en buiten de muren van het museum, met partners, voor alle mensen, dat is nog zo'n pijler. “Fantastisch hoe mensen uit wijken betrokken zijn bij de stad”, aldus Van der Vossen. Als samenwerkingspartners denkt hij aan partijen als het Gemeente-archief, de bibliotheek en de Historische Vereniging. “We moeten de belangrijke verhalen van Schiedam ophalen. En ze op museaal niveau neerzetten.”

Er komt in het museum aan de Hoogstraat een vaste 'Schiedam-opstelling'. Maar wel met een steeds wisselende inhoud. “Die moet verbinding maken met andere initiatieven. Denk aan het Jenevermuseum en de molens.” Het is een kwestie van 'het verhaal' vertellen op de meest passende locatie, doorverwijzen naar elkaar en zo een geheel neerzetten waarin de geschiedenis van Schiedam wordt verteld. “En dat moet geschikt zijn voor gezinnen en kinderen.”

Samenwerken is een must, en dat kan ver gaan. “We kunnen zo ver gaan als het delen van ons back-office. Maar dat moet wel voordeel opleveren, er moet perspectief zijn op beter functioneren.”

Verder wil het museum meer oog hebben voor hoe Schiedam tegen zijn 'stedelijk' aankijkt. Positionering heet dat. “Ook in onze programmering houden we daar rekening mee. Meer gastvrijheid houdt daar ook verband mee.” Van der Vossen wil een jongerenraad installeren om feeling te krijgen met de belevingswereld van de jongeren. “In andere steden heeft dat gewerkt.”

Want vergeet niet, haast Theeuwis te verduidelijken: “De problemen van ons museum spelen overal in de museumwereld. Het publiek vergrijst. Hoe bereik ik jongeren?” Het is absoluut geen uitgemaakte zaak - sterker, het is onwaarschijnlijk - dat de beste manier om nieuwe generaties te bereiken het vertonen van objecten in een mooi, oud, groot gebouw als het museum is. Multimedia, op straat, op locatie, dat zijn de codewoorden. Inspelen op actualiteit en thema's. “Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe snelweg A4.” Denk ook aan een Schiedams themajaar.

Het museum wil ook ondernemend zijn. “We hebben veel te doen om financieel gezond te worden.” Dat kan door andere groepen aan je te binden, en ook daar werk te maken van alternatieve inkomsten, zoals internationale fondsen. De collectie Nederlandse kunst na 1945 is ook dusdanig dat deze internationaal interessant genoeg gevonden wordt als basis om samenwerkingen aan te knopen.

En de laatste pijler is 'het verbeteren van de effectiviteit en de efficiëntie'. “Daar is een waslijst aan punten voor, klein en groot.¨ De verkleining van het personeelsbestand is daar een belangrijke van.

Van der Vossen voerde gesprekken met het personeel. Basis voor de toekomst wordt ieders inbreng in wat het museum nodig heeft. “Daarin wordt ieders rol afgesproken. Bij de een komt dat er vanzelf uit, bij anderen moet je daar aandacht aan besteden.”

“Dat heeft te maken met voorbeeldgedrag. Dat kan mensen tot de conclusie laten komen dat ze dingen anders moeten doen.”

Al deze aandachtspunten moeten er toe leiden dat het museum groeit van 24.000 naar 48.000 betalende bezoekers. Het totaal aantal bezoekers moet omhoog van 62.000 tot 80.000. Dat zijn 'harde' cijfers, aldus Van der Vossen.

Hoe die omslag kan worden bereikt? Door goed te blijven doen wat je goed doet - 'we kunnen goede tentoonstellingen neerzetten', aldus conservator Colin Huizing - en te verbeteren wat minder goed ging. “Interne processen waren niet goed genoeg”, aldus Van der Vossen. “Als je managementinformatie niet goed is, heb je het niet door als je geld tekort komt.”

Het is nu of nooit. Hij proeft energie, enthousiasme in de organisatie. Dat enthousiasme is in zijn ogen nog belangrijker om het museum niet te laten omvallen dan harde financiële doelen stellen. “Maar 2014 leverde een verlies op, en dat gaan we veranderen”, valt Visée in. “En we gaan de lening van de gemeente terugbetalen.” Eerder dit jaar stelde Schiedam 340.000,- euro extra beschikbaar aan het Stedelijk Museum Schiedam.