Categorieën

Service

Maarten Vellinga sterft met olifanten

Maarten Vellinga sterft met olifanten
Nieuws

Maarten Vellinga sterft met olifanten

  • Kor Kegel
  • 03-08-2018
  • Nieuws
Maarten Vellinga sterft met olifanten

Jeugdfoto van Maarten Vellinga. In zekere zin is hij altijd deze jeugdfoto gebleven

SCHIEDAM – Hij zag een eind aan zijn leven komen; de leverkanker was onbehandelbaar. Maarten Vellinga bleef echter de blijmoedige mens die hij altijd geweest is. Hij liet waar hij ook kwam een wereldwijze, erudiete, maar vooral opgewekte en inspirerende Maarten achter. "Doe ons nog een pernodje!’’  

Maarten Vellinga is op donderdag 2 augustus op 63-jarige leeftijd overleden. 'Ik had ook liever op het strand gelegen nu', staat op de mede door hemzelf ontworpen overlijdenskaart, een digitale uiting waarin hij zichzelf als pure levensgenieter afficheert. En daarmee doet hij zichzelf recht. Maarten genóót van het leven, hij zoog het op. Hij genoot van de vrouwen, hij reisde de wereld over, van Giethoorn tot Zanzibar, van Amsterdam tot de Antillen (meermaals), van Venetië tot Dubrovnic – en overal stortte hij zich op streekproducten, eetbaar, vloeibaar en aaibaar.  

Maar wat is zijn verdienste dan voor Schiedam, zou u zeggen? Waarom dit In Memoriam? Omdat Maarten Vellinga een ongrijpbaar fenomeen was, die in de Schiedamse horeca en in de Rotterdamse en Hollandse kunstwereld een statuur kreeg. Hij was niet alleen een verwoed kunstverzamelaar, hij was ook eindeloos op jacht naar de lekkerste restaurants en leukste cafés. Van de knusse bistro Au Bon Clochard aan de Korte Dam tot en met jeneverie ’t Spul op de Hoogstraat. Hij kon het zich permitteren om elke dag buiten de deur te eten en dat deed hij met een bijna bedwelmend genoegen. Toch kon hij met evenveel plezier thuis zijn, in Panoramaflat I aan de Havendijk in Schiedam. 

En daar ligt een tweede verklaring voor dit In Memoriam. Maarten Vellinga had voor een ‘eenvoudig’ particulier een imposante kunstverzameling opgebouwd. Hij kocht veel op veilingen, maar ook via bevriende kunstenaars, onder wie de Schiedamse objectenmaker Frits Kloppers en de Schiedamse (paleis)restaurateur Ahrend van Ipenburg. Het bijzondere was dat hij al die kunstwerken thuis had staan en dat hij zijn appartement eenmaal per jaar openstelde. Hij noemde zijn Gallery Consul 'de meest excentrieke galerie van Nederland'. "Ik doe het niet voor het geld", zei hij. "Ik wil graag anderen blij maken met wat ik mooi vind."

Alle geëxposeerde werken behoorden tot zijn privébezit. Authentieke schilderijen van Anton Heyboer en Herman Brood, litho’s en zeefdrukken van Karel Appel, Chagall, Miró, Corneille, Dali en Picasso, gouaches van Eugène Brands, grafiek van Per Kirkeby, maar ook prachtig werk van veel andere kunstenaars: sculpturen (unica), 3D-streetart, schilderijen, grafiek, Oosterse en decoratieve kunst.  

De eerste keer had hij vijftig bezoekers en verkocht hij vooral goedkopere kunst. Dit jaar had hij al direct veertig inschrijvingen en verkocht hij ook kunst van de ‘grote jongens’. Hij deed het niet voor het geld, zei hij, en dat hoefde hij ook niet. Hij wilde simpelweg quitte spelen en kunstliefhebbers blij maken. Alle tentoongestelde kunst was privébezit, niets in consignatie. 

‘Mind over matter’ was zijn motto. "Maar ik leef al een half jaar in reservetijd’’, liet hij me in mei weten. Hij was bepaald opgetogen dat aan het eind van zijn leven nog een boekje van zijn hand van de persen rolde: ‘Sterven met olifanten’. Slechts dertig pagina’s, tweehonderd exemplaren in eigen beheer. Het ging over de kosmische balans, over het evenwicht tussen fysiek en mentaal, en over de olifant die dichter bij menselijke gevoelens staat dan honden of chimpansees.