Categorieën

Service

Herinnering razzia dwingt ons 'oog te houden voor het goede'

Herinnering razzia dwingt ons 'oog te houden voor het goede'
Nieuws

Herinnering razzia dwingt ons 'oog te houden voor het goede'

  • Redactie
  • 10-11-2022
  • Nieuws
Herinnering razzia dwingt ons 'oog te houden voor het goede'

Schiedammers en Rotterdammers worden tijdens de grote razzia weggevoerd naar Duitsland; foto: Albeda


SCHIEDAM - We moeten 'oog houden voor het goede in de mens'. Dat zei de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb vandaag in De Kuip. Hij deed dat bij gelegenheid van de herdenking van de razzia's op 10 en 11 november 1944.

De Duitse bezetter pakte toen 52.000 jongens en mannen tussen de zeventien en veertig jaar uit Rotterdam en Schiedam op en zette ze op transport naar Duitsland om dwangarbeid te verrichten. Het Feyenoordstadion werd gebruikt als verzamelpunt. Meer dan vijfhonderd mannen overleven het niet door uitputting, ziekte, slechte verzorging, ongelukken en bombardementen. Van diegenen die terugkeren, is een groot aantal getekend voor het leven. Hun verhalen vinden nauwelijks gehoor tijdens de wederopbouw. De razzia is niet alleen een dramatische gebeurtenis in onze geschiedenis, maar dreigt ook vergeten te worden.

"Dat menselijkheid de maatstaf is", wil Aboutaleb maar zeggen. "Want die kan levensreddend zijn. Zonder wordt het chaos en ellende." In zijn toespraak stond de burgemeester stil bij de lotgevallen van Wim Missel, een van jonge mannen die destijds werden opgepakt. Hij was achttien jaar en werd tewerkgesteld in Dachau, niet het concentratiekamp maar het barakkenkamp. Missel moest zware arbeid verrichten in bittere kou, met alleen nog versleten, dunne kleding en kapotte schoenen aan. "Tweemaal kreeg hij van een Duitse vrouw een paar sokken. Soms ook stiekem een boterham." Het waren 'staaltjes van lef', maar ook van menselijkheid, aldus Aboutaleb. "Menselijkheid die Wim door die wrede, absurde tijd had geholpen", en die we volgens de burgemeester nooit uit het oog mogen verliezen.

René Versluis, zoon van een dwangarbeider en initiatiefnemer van het Razzia Monument Rotterdam, schetste wat zijn vader destijds meemaakte toen hij op transport naar Duitsland was gesteld. Ook Versluis stipte aan dat veel mensen de opgepakte mannen in de treinen hielpen door ze eten toe te stoppen of ze briefjes voor thuis lieten schrijven.

Bij de volgende herdenking van de razzia wordt als het allemaal lukt een monument onthuld. Er wordt al aan gewerkt. Het bestaat uit twee meer dan manshoge beelden van een vrouw en een man die zichtbaar van elkaar zijn gescheiden - beiden hebben ze een 'wond'. De beeldengroep toont volgens Versluis 'louter de scheiding, het moment zelf' en 'laat zien wat oorlog met de mensen in een stad kan doen'. Het werk van beeldend kunstenaar Anne Wenzel komt te staan aan de Parkkade. Vanaf dan is de razziaherdenking daar en niet meer in De Kuip.

De razzia van Rotterdam was de grootste 'mensenjacht' die in Nederland heeft plaatsgevonden. De bevolking werd verrast, vandaar dat de nazi's 52.000 mannen konden oppakken. Pogingen in de weken erna in Den Haag en Delft waren minder 'succesvol' doordat het verrassingselement weg was en de mannen waren gewaarschuwd.