Brandersfeesten: handdoek te snel in de ring?

COLUMN - Er was de afgelopen weken enig gedoe rond de Brandersfeesten. Het bestuur zocht naar mogelijkheden om die met inachtneming van de Coronaperikelen toch door te laten gaan, bijvoorbeeld buiten het centrum. Oudgedienden van het festival, zoals Chris (harde) Coppens, kwamen daarop met kritiek: Brandersfeesten en binnenstad waren onverbrekelijk met elkaar verbonden, zo kreeg het bestuur te horen. Mari Dingenouts meende dat het maar een andere naam moest kiezen voor de festiviteiten. 

Toen hakte het bestuur de knoop door: geen Brandersfeesten in 2020. Volgend jaar grootser en beter dan ooit. 

Misschien is de handdoek toch te snel in de ring gegooid. Mensen mogen in de open lucht bij elkaar komen als zij onderling maar een afstand van anderhalve meter bewaren. Volgens het bestuur van de stichting Brandersfeesten is dat onmogelijk. De ervaringen met black-lives-matter-demonstraties leren anders. Daar heeft men door schade en schande geleerd hoe je veilig grote groepen mensen door een stadsgebied kunt loodsen. In Amsterdam ontstond een opeenhoping van mensen omdat er veel meer demonstranten kwamen opdagen dan was verwacht. Rotterdam leerde daarvan: je moest manifestaties veel ruimte geven en ernaar streven dat de deelnemers in beweging bleven: zo was het bewaren van de anderhalve meter een fluitje van een cent. 

Er kwam echter één kink ik de kabel. De organisatie plaatste op de route een podium waar prominente activisten redevoeringen afstaken. Daardoor stokte de stoet en dromden de demonstranten rond het podium samen. Zo zag de politie zich toch genoodzaakt de demonstratie voortijdig te beëindigen. 

Brandersfeesten anno 2020 mogen dus geen elementen bevatten waar mensen met zijn allen bij stil blijven staan. Een band bijvoorbeeld brengt gegarandeerd een opeenhoping van fans te weeg. Die is dus een te groot risico. Daarom moet grootschalige levende muziek worden geschrapt, maar je kunt bij wijze van spreken wel de Rijnmondband rondes laten doen. 

Een belangrijk onderdeel van de Brandersfeesten is de zondagsmarkt. Die kan wel degelijk worden gehouden als de klanten genoeg ruimte hebben om een afstand van anderhalve meter te bewaren. Dat kan bijvoorbeeld door de kramen op het Stadserf en beide zijden van de Broersvest zo dicht mogelijk tegen de bebouwing aan te plaatsen. De rijweg is het voetgangersgebied. Eenrichtingsverkeer, goed begeleid door boa’s en regelaars doet de rest. 

Allemaal vervelend voor de horeca, die anders met podiumartiesten en optredens voor een volle bak kon zorgen. Dit gedogen zou nu tot onaanvaardbare  situaties kunnen leiden. Je wilt tenslotte niet dat de nieuwe golf besmettingen van een feestend Schiedam uit gaat. 

Aan de andere kant: uitgeklede Brandersfeesten zijn beter dan niets. Je kunt wel een keer overslaan – en misschien volgend jaar weer als we tegen die tijd nog niet van Corona af zijn, maar dan loop je grote kans dat het publiek Schiedam vergeet en in de stad het momentum en de wil verdwijnen om zich eenmaal per jaar feestelijk te manifesteren. Dan sta je structureel met lege handen.