Bram Uil vond bezieling in het duizendpoot zijn

31-03-2023 Nieuws Kor Kegel

Foto: Henny Kok


IN MEMORIAM – De gemeenteraad stond op zijn kop. Maandag 24 juni 1974. Burgemeester Harm Roelfsema wilde hameren naar een volgend agendapunt, toen vijf jongeren begonnen te roepen. Ze waren al tot irritatie van enkele raadsleden op een andere plek gaan zitten dan op de publieke tribune en nu maakten ze tumult. Een ordehandhaver wilde ingrijpen, de burgemeester schorste de vergadering en liep naar de vijf jongeren toe. Het bleek dat ze al een half jaar zaten te wachten op goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om een cultureel jongerencafé in de voormalige distilleerderij De Graauwe Hengst aan de Lange Haven 28 te beginnen. Een half jaar! – daar protesteerden ze tegen.

Het vijftal vormde het bestuur van de net opgerichte Schiedamse Kunststichting, die er was gekomen uit onvrede met het kwijnende culturele leven in Schiedam. Zelfs de horeca liep qua muzikale spontaniteit terug. ’t Sterretje bijvoorbeeld was ’t Sterretje niet meer. Vier van de vijf openden in september 1974 hun café Quibus. Kunstenaar Jan Mes, die er schuin tegenover aan de Lange Haven woonde, zat nog wel in het bestuur van de Schiedamse Kunststichting, maar hij koos voor de positie van stamgast, aan de consumptieve kant van de bar. De andere vier schonken het jonge belangstellende publiek gul in. Peter Pijpers, de zussen Jenny en Hilly (Hillie) de Jonge en Bram Uil; de laatste troonde vaak aan de verhoogde draaitafel en zette elpees op (lp’s) met rockmuziek en underground zoals je die in de andere cafés in Schiedam niet hoorde – hoewel, sociëteit De Tempel aan de Overschiesestraat was eveneens vernieuwend.

Dat de Quibus slechts tweeënhalve maand na het protest in de gemeenteraad geopend kon worden, was te danken aan VVD-fractieleider Gerard Verhulsdonk, die er persoonlijk een aantal telefoontjes aan wijdde om de provincie tot spoed te manen. Zo kon de gemeente Schiedam toch nog snel de bouwvergunning afgeven. Met toestemming van CPN-wethouder Eef Collé waren de jongeren al begonnen met de verbouwing van De Graauwe Hengst tot café. De opening werd verricht door de vroegere portier van de opgeheven distilleerderij. In 1968 had hij het licht uit gedaan en het pand gesloten. Nu mocht hij het licht weer aan doen. Volgend jaar is dat een halve eeuw geleden.

De Quibus werd jaren daarna café Podium en ging weer jaren later – tot op de dag van vandaag – door als podiumcafé De Graauwe Hengst. Van de oprichters werkt alleen Hilly de Jonge er nog. Bram Uil, bij de opening in 1974 op de leeftijd van 26 jaar, kwam afgelopen weekend te overlijden, 75 jaar oud. Hij was al geruime tijd ziek. Wie hem zich herinnert als een grote en sterk behaarde hippie (woeste zwarte haardos, uilenbril), zou zo klaar zijn met ‘zoek de tien verschillen’.

De Quibus werd een succes en de oprichters kregen lokale bekendheid, mede omdat op zolder beginnende bandjes mochten repeteren en er geregeld live concerten waren van vooral Schiedamse rockgroepen waaronder het melodieuze Nosmo King, waarvan Bram Uil een tijdje de manager en begeleider was. Nosmo King werd later omgedoopt tot Alveo en twee leden van die band, gitarist Paul Schaeffer en bassist Rino Bernat, hebben pas nog een nieuwe cd uitgebracht  met hun groep Kick the Habit.

Voordat Bram Uil dankzij die activiteiten een Bekende Schiedammer werd, was hij al cultureel actief als tekstschrijver; hij was in 1968 de enige Rotterdammer in de Schiedamse cabaretgroep Clieck. In 1971 schreef hij met Nico van der Sluys een rockmusical die in het Zuidpleintheater werd opgevoerd met alleen maar amateurs. In 1973 was hij medeoprichter van het Jongeren Opvang Project (JOP), de zonder-werkwinkel aan de Singel 95. 

Na de opening van de Quibus raakte hij betrokken bij het zoeken van een nieuwe bestemming voor de leegstaande mouterij De Goudsbloem, maar omdat hij met het project Stage te ambitieus was, werd het initiatief verder uitgevoerd door Bertus Notenboom, Hans de Ruiter en Frank Lefel. Het resulteerde in jongerencafé De Goudsbloem.

Indirect – als gevolg van Stage – was Bram Uil met Lex Penders en andere rechtenstudenten in touw om de Rechtswinkel Schiedam op te richten. De advisering aan mensen in sociale nood kwam ze in 1976 op een standje te staan van de bekende Schiedamse advocate mr. Chreet Spier-Walraven van het Bureau voor Rechtshulp; ze vond de Rechtswinkel onvoldoende professioneel. Ondertussen was Bram Uil artikelen gaan schrijven voor Het Vrije Volk, onder andere over de ambachtelijke koper-, ijzer- en aluminiumgieter Pieter Langeveld aan de Nieuwstraat.

Na de woelige jaren zeventig ontwikkelde Bram Uil zich tot fulltime multimediaal artiest en maakte hij er een sport van zich te allen tijde in opvallende kledij te hullen. Hij was min of meer een wandelend kunstwerk. Hij vond bezieling in de meest uiteenlopende bezigheden en manifesteerde zich als duizendpoot die ook nog ideetjes leverde aan Herman van Veen. Hij bleef schrijven. In 2003 gaf Stichting Musis een boek uit, ‘Niet van horen zeggen’, waarin Bram Uil veel wapenfeiten beschreef uit de periode 1972-1982.

In 1990 solliciteerde hij naar de functie van directeur van het Stedelijk Museum Schiedam als opvolger van Hans Paalman. Hij wist dat hij niet aangenomen zou worden, maar hij zag er aardigheid in om het museumbestuur te dwingen tot een stevige argumentatie waarom niet. Hij had al met het museum op de Hoogstraat te maken gehad, toen hij in 1979 met Aad Sprong de tentoonstelling ‘Voor het leven getekend’ organiseerde. Het bracht een flink clubje internationaal befaamde striptekenaars naar Schiedam.

Later trad hij ook op als dichter.

Tijdens de coronacrisis in 2020 was hij een van de vijftig kunstenaars van wie het Stedelijk Museum Schiedam in het project Troostkunst een werk vermenigvuldigde en gratis onder de Schiedammers verspreidde. Recent, op maandag 6 maart, vertoonde Bram Uil zich voor het laatst in het openbaar in De Windwijzer aan de Schiedamseweg in Vlaardingen. Hij had – zoals ook in de jaren daarvoor – een foto ingezonden voor de expositie ‘Kwetsbare vrijheid’, door de Vlaardingse kunstenares Beaty Czetö samengesteld in opdracht van Stichting Geuzenmaand.

Er is geen uitvaart. Bram Uil heeft zijn lichaam ter beschikking gesteld aan de wetenschap. Erasmus MC heeft zijn lichaam al op de dag van zijn overlijden opgehaald in zijn woning aan de Hoogstraat boven Tapperij Het Weeshuis. Uitbater Maurice de Waart bespreekt vandaag het verzorgen van een herdenking.



Gerelateerd