Bovag protesteert tegen Schiedams beleid occasionbranche

BUNNIK - De Bovag, de brancheorganisatie voor de mobiliteitssector, heeft forse kritiek op het Schiedamse beleid om tweedehands auto's in een apart register bij te houden.

Samen met Rotterdam worden handelaren in occasions verplicht hun handel aan te melden in een zogenaamd Digitaal Opkopers Register (DOR). Daarmee willen de steden heling tegengaan. De maatregel past in het beleid dat de twee gemeenten gezamenlijk ontwikkelen om criminaliteit in de Spaanse Polder tegen te gaan; met name autobedrijven dienen als dekmantel voor heling, drugshandel en andere misdaad. Zie dit artikel.

"Bovag tekent protest aan tegen de gemeenten Schiedam en Rotterdam", zo meldt het vakblad Automotive. "Beide steden willen dat bedrijven tweedehands goederen in het Digitaal Opkopers Register (DOR) registreren om zo heling van gestolen goederen tegen te gaan. De brancheorganisatie heeft beide gemeenten per brief, nogmaals, verzocht om deze verplichting niet door te voeren."

Het zit de Bovag dwars dat het registeren extra werk is voor de bedrijven. Niet alleen occasions, maar ook onderdelen die ze tweedehands inkopen, moeten zij daarin bijhouden. Volgens de brancheorganisatie is dit een overbodige maatregel. "De heling van deze categorie voertuigen is dankzij de diefstalsignalering in het RDW-kentekenregister praktisch onmogelijk." Verder is er een wetswijziging in de maak die het kentekenregister straks gelijkstelt aan DOR, stelt Bovag. Rotterdam en Schiedam willen echter niet wachten op het wetsvoorstel dat naar verwachting in augustus ter beoordeling wordt voorgelegd. Als dat gebeurt is het volgens de Bovag de bedoeling dat ook bedrijven in Schiedam en Rotterdam niet langer hun occasions in DOR hoeven in te voeren.

Overigens adviseert Bovag zijn leden wel een 'DOR-identiteit' aan te vragen omdat in het RDW-kentekenregister geen onderdelen worden bijgehouden. Ook dringen de gemeenten volgens Bovag door middel van een schriftelijke waarschuwing al aan op gebruik van het DOR.