Categorieën

Service

Trieste dagen voor hoofdstad van de sterke drank

Trieste dagen voor hoofdstad van de sterke drank
Bedrijven nieuws

Trieste dagen voor hoofdstad van de sterke drank

  • Han van der Horst
  • 10-07-2016
  • Bedrijven nieuws
Trieste dagen voor hoofdstad van de sterke drank
COLUMN - Schiedam maakt trieste dagen door. Het schijnt dat een van de grote vier distilleerderijen op het randje van de ondergang staat. Voor de Koninklijke M. Dirkzwager is uitstel van betaling aangevraagd. Dan bevindt men zich meestal op een gladde baan naar beneden waar het faillissement dreigt.

CEO Cees Dirkzwager was al eerder uit de Quote 500 gegleden. In Schiedam kennen wij Dirkzwager vooral van Floryn en wellicht ook van Joustra's Beerenburg, maar de distilleerderij vormde de kern van een breed geschakeerd bedrijf dat zich ook bezig hield met de exploitatie van slijterijen (Mitra) en de import van wijnen en buitenlands gedistilleerd (Intercaves). Nu is kennelijk de lading van dit schip aan het schuiven geraakt. De slijterijketen viel al een paar weken geleden om, nu lijkt de rest van de onderneming te worden meegesleurd.

En dat in een jaar dat zo glorieus begon. Nolet kreeg het predicaat koninklijk op een van de grote feesten waarmee het trotse familiebedrijf zijn 325-jarig bestaan vierde. De populariteit van gin-cocktails onder jongeren heeft de sector nieuw levensbloed gegeven. Naast de reuzen weten kleine distillateurs – eenmansbedrijfjes niet zelden – zich goed te handhaven. Bij Nolet duiden ze Schiedam graag aan als capital of spirits en terecht.

Dat maakt de dreigende ondergang van Dirkzwager des te akeliger. Ik weet ook zeker dat er bij de andere Schiedamse distilleerderijen, dat er bij Herman Jansen, bij Nolet, bij de Kuyper, geen vreugde heerst over dit treurspel. Zo'n ondergang wens je je concurrenten niet toe. Bovendien betekent een ondergang van Dirkzwager een verzwakking van de sector als geheel en in die zin worden ook de andere bedrijven geschaad. Van Hooghout in Groningen tot Zuidam in Baarle-Nassau.

In 2011 verplaatste Dirkzwager de productiefaciliteiten vanuit het complex aan de Noordvest en het Groenweegje vlakbij de molens Palmboom en Kameel, naar een non-descript bedrijventerrein in Tilburg. Vanaf de oprichting door M. Dirkzwager Az. in 1886 was de onderneming de Schiedamse Brandersbuurt trouw gebleven.

Daar gingen de Dirkzwagers hun onopvallende gang. Publiciteit en bekendheid zochten zij niet. Toen een van de maatgevende telgen uit het geslacht, Cornelis Dirkzwager in 1930 na een slopende ziekte overleed, stonden er tal van overlijdensadvertenties in de krant maar de in memoriams besloegen slechts enkele regels. Hij was een bekend industrieel geweest voor wie het adagium gold: “De zaak voor alles”. En op het publiek terrein had hij zich niet begeven. Een gestage uitbreiding van de zaak was ook een kenmerk van M. Dirkzwager. Dat blijkt uit de aankopen van percelen op het Groenweegje en de Noordvest.

Tot nu dan het familiebedrijf zichzelf tegenkomt. Over de reden van de déconfiture, zoals dat heet, kan men alleen maar speculeren. De ondergang van de slijterijketen is er niet vreemd aan. Misschien is de achtergrond wel dat de laatste generatie zich op teveel verschillende terreinen tegelijk heeft begeven. Ze zeggen wel eens: schoenmaker blijf bij je leest. Concentreer je op de dingen waar je werkelijk in uitblinkt. Laat de rest aan anderen over.

Misschien is dat de les die het lot van Dirkzwager ons leert. Maar het is een stuurman aan wal, die deze regels opschrijft. Dat dan ook wel weer.