Kamervragen over Decathlon-besluit ministers

DEN HAAG / SCHIEDAM - De nieuwe kansen voor de komst van Decathlon naar Schiedam, zijn voer voor zorgen in politiek Den Haag. SP-Kamerlid Eric Smaling wil snel opheldering van de ministers Kamp en Schultz - Van Haegen (beiden VVD) over het door de ministers schrappen van een bepaling uit het Zuid-Hollandse detailhandelsbeleid. Die zet de komst van de Franse verkoper van sportartikelen weer op een kier.

Door het schrappen van het bewuste artikel, willen de bewindspersonen meer detailhandel aan de randen van gemeenten mogelijk  maken. De provincie Zuid-Holland wil dit vanwege de vele leegstand en het beschermen van de stads-en dorpscentra juist beperken. Volgens Smaling moet snel duidelijkheid gegeven worden over de bevoegdheden van provincie en rijk.

SP-er Bart Vermeulen. lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland, is blij met de vragen van zijn partijgenoot en de aandacht ervoor in de Tweede Kamer. Volgens Vermeulen wil de rijksoverheid dat de provincies een actief detailhandelsbeleid voeren en de ruimtelijke ordening op een goede manier regelen. "Door nu in te grijpen lijkt het er sterk op dat de bezwaren van de ministers vooral ideologisch gekleurd zijn. Het Zuid-Hollandse detailhandelsbeleid kan namelijk op brede steun in en buiten Provinciale Staten rekenen, vanwege de aanpak van leegstand en het versterken van de bestaande winkelgebieden in steden en dorpen.”

Volgens de SP-er is er werk van onvoldoende kwaliteit geleverd, onder meer door Schiedam. “In het geval van Schiedam is een zeer kritisch advies van de regionale detailhandelscommissie genegeerd." De opstelling van Schiedam en ook Den Haag, waar mogelijk eveneens een Decathlon-vestiging komt, toont volgens Vermeulen aan dat juist de provincie dit soort plannen zeer kritisch moet bekijken. "Het lijkt me sterk dat het rijk dat in het vervolg wil gaan doen. De ministers doen er goed aan om snel het beleid van Zuid-Holland te herstellen”, aldus Vermeulen.

De SP-Statenfractie vreest dat als de provincie het huidige beleid niet voort mag zetten, dit juist tot meer in plaats van minder leegstand van winkels gaat leiden en dat ook de ruimtelijke kwaliteit zal verslechteren.