Weinig Schiedamse jongeren krijgen jeugdzorg

SCHIEDAM - Relatief weinig jongeren in Schiedam ontvangen een vorm van jeugdzorg. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

Niet meer dan één op de zestien Schiedamse kinderen en jongeren tot 23 jaar (6,6 procent) wordt geholpen met jeugdzorg. In de koplopergemeenten van Nederland, Tiel en Terneuzen, is dat één op de zes jongeren. 

Schiedam doet onder voor maar een handvol gemeenten waar het gaat om een beperkt beroep op jeugdzorg. Het gaat daarbij steeds om kleine gemeenten, gelegen aan het strand of met een grote gelovige gemeenschap: Westvoorne, Vlieland, Urk, Staphorst, Raalte, Opmeer, Maassluis en Ameland. Vlieland houdt met 4,1 procent het laagterecord.

Aan de andere kant dus Tiel en Terneuzen, waar bijna achttien procent van de jongeren een vorm van jeugdzorg krijgt. In Den Haag is dat 11,1 procent, in Amsterdam 10,6 procent, in Rotterdam 7,6 procent. In Vlaardingen is dat 7,3 procent.

Sinds de decentralisatie van alle zorg voor jeugd naar gemeenten hanteert het CBS het begrip jeugdzorg als verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Verklaringen voor de verschillen kunnen volgens CBS liggen in sociaaleconomische omstandigheden (denk aan inkomen, eenoudergezinnen en zorggebruik). “Daarnaast kunnen gemeenten eigen keuzes maken in de manier waarop ze de jeugdzorg vormgeven.”

In 2022 kregen 467 duizend jongeren in Nederland een of meerdere vormen van jeugdzorg. Dat zijn er zesduizend meer dan een jaar eerder. Dit betekent dat 10,5 procent van de jongeren tot 23 jaar in Nederland jeugdzorg ontvangt. Jeugdhulp is de meest voorkomende vorm van jeugdzorg; die ging uit naar 457 duizend jonge mensen. Vooral jongens van acht tot twaalf jaar en meisjes van twaalf tot achttien jaar ontvangen jeugdhulp.

Ruim zevenduizend jongeren van twaalf tot 23 jaar kregen afgelopen jaar jeugdreclassering. Dat was 6,7 procent minder dan in 2021.

Vorig jaar becijferde het CBS het aantal Schiedamse kinderen en jongeren dat jeugdzorg kreeg op 6,1 procent.