Categorieën

Service

Verlies dat er mag zijn

Verlies dat er mag zijn
Gezond

Verlies dat er mag zijn

  • Redactie
  • 09-03-2020
  • Gezond
Verlies dat er mag zijn

SCHIEDAM – Verdriet dat er mag zijn. En die niet verhindert ook een bijdrage te zijn aan anderen. Dat was voor enkele Schiedammers de grootste ontdekking van een bijzondere avond, afgelopen woensdag.

In De Wilgenburg, achter de Schiedamse Singelkerk, kwamen zo’n dertig mensen samen op een avond over leren omgaan met verlies. “Je hebt niets te zeggen over de verliezen in het leven. Maar wel hoe je ermee omgaat!”, zo stelde de uitnodiging. En dat bleek aan het eind van de avond de troostrijke ervaring van een flink aantal deelnemers.

Want ook al maakt ieder mens in haar of zijn leven verlies mee, en sommige mensen zelfs vaker dan te bevatten, echt leren doen we het niet: omgaan met verlies. Het blijft moeilijk en er is geen ‘school’ voor.

Verlies kent vele vormen. Er is het verlies van dierbaren, maar ook van werk of gezondheid. Het is emotioneel en de ‘buitenwereld’ leeft mee. Of leeft tegen.

Zoals met de ideeën die ze oplegt, bijvoorbeeld over hoe het hoort, een verlies verwerken en dragen, met name het verlies van een dierbare. “Gemiddeld heeft de omgeving een jaar begrip voor de rouw”, vertelt Stéphanie Beijnes, die de avond leidt. Zij is rouw- en verliescoach in Rotterdam. Het ‘ideale plaatje’ hoe rouw te verwerken is behoorlijk in beton gegoten, zo leerde zij: een crisis, de bodem van het dal daarna, een gestaag uit het dal klimmen en dan na verloop van tijd verder gaan zoals het ging. Na dat jaar dus. Blijkt dat jaar onvoldoende voor iemand die een verdriet moet dragen, dan komen er vragen over ‘of je het wel hebt verwerkt?’. En mocht je eens een goeie dag hebben en lachend de dag door gaan nog ver voor dat jaar verstreken is, dan volgen in de regel ook opmerkingen. “Maar de praktijk van omgaan met verlies is veel grilliger”, vertelt Beijnes. Ze haalt een voorbeeld aan van een ervaring van iemand uit de zaal waarin het verlies ‘na dertig jaar nog meedoet’. Nu kun je natuurlijk zeggen: laat de buitenwereld de buitenwereld, trek je er niets van aan, maar de ellende is: je gaat twijfelen aan jezelf. Doe ik het wel goed? “Er lijkt een soort idee in de maatschappij te zijn waarin geredeneerd wordt: als je maar hard genoeg huilt, dan kom je weer boven, en lukt dat niet, dan heb je nog niet goed genoeg gehuild.”

Maar hoe rouwen voelt is veel meer als de branding, zo stelt Beijnes. De golfslag komt, het is niet te ontlopen. Het gaat erom hoe je erop reageert. Zet je je schrap, dan is de kans groot dat je om gaat. In plaats daarvan kun je beter voorzichtig meegaan in het spel van de golven. Belangrijk is dan: wat heb ik in huis? En ook: wie staat er naast je? “In onze maatschappij zijn we heel erg gewend te zeggen: ik doe het zelf wel. Maar het is belangrijk je in deze te realiseren dat je het niet alleen kan doen.”

Belangrijk voor rouwverwerking is ieders antwoord op de vraag: kun je aan je bij laten dragen? Dat kan zelfs door onbekenden gebeuren, zoals de mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten in De Wilgenburg. “Kijk om je heen, we zijn mensen die elkaar niet kennen, maar we zijn wel verbonden.”

Verbonden in het verlies van een geliefde. Maar ook van werk, van gezondheid en van een parochiegemeenschap, omdat kerken gaan sluiten. De deelnemers op de avond, verzorgd door parochie De Goede Herder, blijken allemaal iets te verwerken te hebben, zoals dat in feite voor ieder mens met enige regelmaat geldt. Wat er te doen is, is het verdriet in de ogen kijken, ‘er aan gaan staan’. Maar dat is niet wat veel mensen doen; die sluiten zich af. “Maar als je verdriet wegduwt, je je verzet tegen het verdriet, niet wil voelen wat er is, dan voel niets meer.” Het verdriet niet, maar ook de mooie ervaringen niet. “Het hart heeft maar één standje.”

De dertig mensen, vooral vreemden van elkaar tot het begin van de avond, vertellen daarop ieder welk verlies zij verwerken. Daarvoor wordt een kaarsje opgestoken, terwijl ieder antwoordt op de vraag: hoe gedenk je hem of haar? Die ervaringen kunnen niet zonder reactie blijven. “Dankbaarheid is de ingang om hier en nu te zijn”, klonk het bemoedigend. Twee vrouwen die vijf weken geleden man en vader verloren: “Vader helpt je om het waardevolle en kwetsbare te zien.” En er waren mensen het al veel langer zonder levenspartner moeten stellen: “Durf te vertrouwen dat jullie elkaar later ontmoeten in het huis van de Vader.” Maar ook mensen die hun werk missen, hun gemeenschap, een dierbaar persoon. “Werk maakt wie je bent. Maar dat kan een andere invulling krijgen.” “Wat je hebt is het nu.” Verschillende mensen stonden stil bij het lot van vluchtelingen: over alles verliezen gesproken.

Er werd uitgewisseld: “Ik heb van moeder geleerd om voorbij de buitenkant te kijken” “Ik zag dingen in me waarvan ik dacht dat ik het niet kon.” “Alles komt goed.” Wat helpt zijn rituelen, zoals het opsteken van een kaars. “De kracht van het ritueel is het samen te doen, met getuigen die begrijpen. Als verdriet alleen van binnen zit, dan eet het je op.”

Zo hielpen de deelnemers elkaar op de avond aan een koers voor de komende tijd. De weg om te gaan valt uit te zetten, op het kompas-van-het-leven: tussen het verleden en de toekomst, tussen jezelf en de anderen. “We realiseren ons vaak niet hoe goed we elkaar kunnen begrijpen, ook al spreken we andere talen en hebben we volstrekt andere achtergronden.”

De komende weken zullen de deelnemers twee-aan-twee met elkaar contact houden om met elkaar door te praten over hun ervaringen. Samen zullen ze proberen te komen tot een ritueel, ieder voor zich, om wie of wat verloren werd, recht te doen. Wat is er te herinneren? Maar ook: wat is er los te laten uit het verleden? En wat neem je mee naar de toekomst…