Categorieën

Service

Rekenkamercommissie: nog veel te doen in communicatie met ouderen

Rekenkamercommissie: nog veel te doen in communicatie met ouderen
Gezond

Rekenkamercommissie: nog veel te doen in communicatie met ouderen

  • Redactie
  • 11-02-2020
  • Gezond
Rekenkamercommissie: nog veel te doen in communicatie met ouderen

SCHIEDAM – Maak werk van de communicatie richting oudere Schiedammers, om hen te wijzen op de voorzieningen en het aanbod aan activiteiten dat er voor hen in de stad is.

Dat is een van de belangrijkste aanbevelingen van de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen, in een rapport dat al afgelopen voorjaar verscheen, en dat vanavond onderwerp van gesprek is tijdens het Stadserf, de ‘beeldvormende’ bijeenkomst van de gemeenteraad en andere betrokkenen.

Er zijn vanavond vier workshops, ingericht naar de belangrijkste bevindingen van de Rekenkamercommissie. Een ontmoeting gaat dus over ‘de weg naar het aanbod voor ouderen’. “Er is veel te doen voor ouderen, maar niet iedereen weet de weg te vinden en kan, of wil daar moeite voor doen”, zo stelt de commissie. Daarom moet er effectiever worden gecommuniceerd, met name over ‘wat er is en kan’. “Voor veel ouderen is het lastig dat de informatievoorziening gefragmenteerd is. Er is geen plek waar het aanbod overzichtelijk bij elkaar komt”, aldus de commissie.

Die stelt dat de raad deze gebrekkige communicatie kan oppakken. Dat is belangrijk om ouderen ‘te blijven prikkelen om in contact te komen met anderen’. Ook professionele zorgers, vrijwilligers en mantelzorgondersteuners hebben een goed beeld nodig, om te kunnen doorverwijzen. Hindernissen zijn gebrekkige taalvaardigheid (in het Nederlands) en ook wel misverstanden, die maken dat de verwachtingen ‘niet altijd sporen met de werkelijkheid’. Bijvoorbeeld over een urgentieverklaring voor een woning.

Verder is het volgens de Rekenkamercommissie ‘niet vanzelfsprekend’ dat instanties en initiatieven ouderen de weg wijzen en hen stimuleren om gebruik te maken van alles wat er is. Daarbij speelt een rol dat de organisaties amper weten wat de mogelijkheden zijn bij ‘concullega’s’ en andere vrijwilligersorganisaties en particuliere initiatiefnemers. Fijntjes stellen de rapporteurs dat dit niet alleen een kwestie is van ontbrekende informatie. “Het gaat ook over belangen en over tijdgebrek. Die versterken de focus op de eigen club.” Netwerken, samenwerken, signaleren is dan vaak het kind van de rekening. “Dit betekent dat met name vraagverlegen en kwetsbare ouderen die niet uit zichzelf de weg kunnen, of willen vinden, onvoldoende profiteren van de meedoenmogelijkheden die er zijn.”

Een andere aanbeveling in dit verband stelt dat Schiedam moet ‘sturen op ontmoeting’. “Blijf ruimte geven aan ontmoetingsplekken en activiteiten die aansluiten bij het dagelijks leven van een diverse groep ouderen, stimuleer om er gebruik van te maken en neem drempels en barrières weg.” De commissie adviseert de raad ‘de druk op de ketel’ te houden. “Vraag het college om aan te geven hoe de ontmoetingsfunctie op zo’n manier wordt geborgd dat zoveel mogelijk ouderen er gebruik van kunnen en willen maken, doordat drempels die zij ervaren, worden weggenomen.” Want beleidsmakers moeten niet vergeten dat, ook al is een activiteit ‘om de hoek’, mensen toch een drempel ervaren om binnen te stappen. “Kijk dus ook door de ogen van diegenen met een migratieachtergrond, een andere geaardheid, een (licht verstandelijke) beperking of een beperkte taalvaardigheid.” Ook elementen als beperkte mobiliteit – en hoge drempels, bijvoorbeeld het ontbreken van een lift –, onvoldoende openbaar vervoer, taalproblemen, geldgebrek en de niet-uitnodigende openbare ruimte, staan actief meedoen in de weg.

Daar staat tegenover dat er wel ‘aanknopingspunten’ zijn, in de vorm van beleid waarmee Schiedam juist onnodige eerste- en tweedelijnszorg probeert te voorkomen, zoals Samen Schiedam, waarin wordt gewerkt aan eenzaamheidspreventie. De insteek is om (oude) Schiedammers persoonlijk en vroegtijdig te bereiken en ‘toe te leiden naar ontmoetingsmogelijkheden en activiteiten om ervoor te zorgen dat ze (weer) een sociaal netwerk ontwikkelen’.

De andere workshops gaan over de ouderen die kwetsbaar zijn en nog thuiswonen (‘wie behartigt hun belangen?’), de behoefte aan geschikte woonvormen en de inzet van mantelzorgers en andere vrijwilligers. Belangrijke aanbevelingen van de Rekenkamercommissie in dit verband zijn de toerusting van de wijkondersteuningsteams (opdat deze verbindingen kunnen leggen), wijkgericht(er) werken, ga actief op zoek naar kwetsbare ouderen en zorg voor een vast aanspreekpunt voor dergelijke ouderen. In nieuwe passende woonvormen moet worden geïnvesteerd, bekrachtig mantelzorgers en stimuleer en waardeer hen, net als andere vrijwilligers.