Categorieën

Service

Een aanrakingsvrije opvoeding

Een aanrakingsvrije opvoeding
Gezond

Een aanrakingsvrije opvoeding

  • Han van der Horst
  • 18-04-2021
  • Gezond
Een aanrakingsvrije opvoeding

COLUMN - Je kunt er kort over praten en je kunt er lang over praten, maar van Corona zijn we nog niet af. De cijfers blijven zorgwekkend. De overheid ziet voor versoepelingen geen ruimte. In Cor Lamers hebben wij een strenge burgervader die ons Schiedammers stevig bij de les houdt en de maatregelen handhaaft. Regel één: afstand houden. Dat is al meer dan een jaar zo.

Je leest steeds vaker, hoeveel moeite dat kost. Keer op keer komen oma’s aan het woord die er naar snakken hun kleinkinderen te knuffelen. Voor veel mensen is knuffelen en omhelzen een kwestie van leven of dood.

Ik taal daar niet naar.

Dat dank ik allemaal aan de wijze lessen van onze moeder of liever gezegd aan de manier waarop zij behoorlijk gedrag voorleefde en in de praktijk bracht.

Wij waren thuis gewone en tegelijkertijd nette mensen. Mijn moeder had maar een beetje verbeelding, zei ze zelf en wij deden ons niet beter of rijker voor dan we waren. Toch ging mijn vader elke zaterdagmiddag met een stropdas om, een colbert aan en een hoed op met haar méé winkelen op de Hoogstraat. Ik liep in hun kielzog, vrezende dat zij bekenden zouden tegenkomen want dat betekende eindeloos drentelen terwijl ze zoals ze dat noemden een praatje maakten. Mijn ouders zouden die bekenden nooit aanraken. Dat deden ze ook niet met hun eigen ouders of met mijn ooms en tantes.

Mijn moeder noemde zulke aanrakingen overdreven en als het naar haar idee te ver ging, klef gedoe. Zij hield niet van dat overdreven en kleffe gedoe. Mensen die zich overgaven aan knuffelarijen, vertrouwde zij niet. Dat waren aanstellers. Aanstellers, daar hadden wij geen behoefte aan, zo leerde ik uit haar mond. Die hadden het achter hun ellebogen. Dit was overigens nog niet het ergste. Mijn moeder had een diepe afkeer van verliefde koppeltjes die – bijvoorbeeld in bus 39 – een beetje aan elkaar zaten te plukken. Dan zei ze: “Er zat weer zo’n stelletje de hele tijd rot vervelend te doen”.

Alles bij elkaar onderwees zij meer dan een halve eeuw op voorhand de Coronaregels. Stel je niet aan. Doe niet klef en zeker niet rot vervelend.

Zij bracht deze hoge beginselen zelf in de praktijk, want op schoot trekken was er bij ons in huis niet bij. Of omhelzen, of uitgebreid nachtzoenen geven. Ik was daar erg dankbaar voor: als Hollandse en vooral grote jongen was ik daarvan niet gediend. Stel je voor dat een klasgenoot het zag. De schaamte zou onoverkomelijk zijn.

Ik weet zeker dat veel oudere lezers dit bekend voorkomt. De nette mensen van vroeger waren niet zo aanrakerig. Die moesten van al dat geknuffel weinig hebben. Dat deden nette Schiedammers niet, want dat was overdreven. Zij lieten dat over aan de lui met verbeelding, aan mensen met airs, die wilden opvallen. Als mijn moeder weer eens klef gedoe had waargenomen, zei ze: “Dat waren lui met een hoop blendie hoera”.

Anderhalve meter afstand, geen handen schudden, je poten thuishouden, ik heb er geen moeite mee. Dankzij mijn moeder.

En heel wat andere Schiedammers ook niet. Dankzij hun moeder.

Misschien is het leuk als lezers van dit stukje hun ervaringen delen met een aanrakingsvrije opvoeding in de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw (E: [email protected])